Door de groei van de wereldbevolking en de toenemende vraag naar voedsel is de wereldwijd geïrrigeerde landbouwoppervlakte sinds 1900 bijna zes keer groter geworden. Nieuw onderzoek, gepubliceerd in drie afzonderlijke wetenschappelijke artikelen onder leiding van de Vrije Universiteit Brussel en ETH Zürich, toont aan dat deze snelle uitbreiding van irrigatie steeds grotere gevolgen heeft voor de volksgezondheid.
De stijgende luchtvochtigheid versterkt de hitte-stress, terwijl de druk op watervoorraden toeneemt. Dat benadrukt de noodzaak om irrigatie wereldwijd efficiënter te maken – vooral in regio's die kampen met waterschaarste en een hoge vraag naar landbouwirrigatie. Tegelijk wijzen de studies op het belang van het beperken van de uitstoot van broeikasgassen om de gevolgen voor voedselproductie en -veiligheid binnen de perken te houden.
De onderzoekers tonen aan dat irrigatie, hoewel vaak gezien als een middel om hitte-extremen te temperen, ook negatieve effecten met zich meebrengt. In een eerste studie, gepubliceerd in Nature Communications, werd onderzocht hoe de uitbreiding van irrigatie tussen 1901 en 2014 extreme hitte heeft beïnvloed. Met behulp van zes geavanceerde klimaatmodellen ontdekten de onderzoekers dat irrigatie weliswaar het aantal extreem hoge luchttemperaturen in sterk geïrrigeerde regio's vermindert, maar tegelijk de luchtvochtigheid verhoogt. Daardoor is het dempende effect op 'vochtige hitte' veel kleiner of zelfs afwezig.
In een tweede studie, eveneens in Nature Communications, onderzochten de onderzoekers hoe toekomstige broeikasgasemissies en irrigatiepraktijken samen de risico's op droge en vochtige hitte beïnvloeden in de loop van deze eeuw. Met behulp van klimaatsimulaties onder verschillende emissie- en irrigatiescenario's blijkt dat irrigatie droge hitte enigszins kan temperen, maar de algemene opwarming niet kan tegenhouden.
In een derde studie, gepubliceerd in Nature Water, analyseerde het team hoe de wereldwijde uitbreiding van irrigatie de zoetwatervoorraden in het verleden heeft beïnvloed. Met 7 geavanceerde klimaatmodellen ontdekten ze dat de irrigatie-uitbreiding sinds 1901 het waterverlies op het land sterk heeft vergroot door meer verdamping, zonder dat dit werd gecompenseerd door extra neerslag. Dit betekent dat door de snelle groei van landbouwirrigatie meer water verdwijnt dan er via regen terugkeert. Die onbalans heeft geleid tot aanzienlijke regionale waterverliezen. In sommige van deze gebieden, zoals Zuid-Azië en Centraal-Noord-Amerika, is de wateropslag op land tussen 1901 en 2014 met wel 500 millimeter afgenomen.
Wanneer hitte samengaat met hoge luchtvochtigheid, vergroot irrigatie juist de gezondheidsrisico's, concluderen de onderzoekers. Aanpassingsstrategieën voor de gevolgen van klimaatverandering in de landbouw moeten daarom verder gaan dan het uitbreiden van irrigatie alleen. Ze moeten de efficiëntie verbeteren om uitputting van watervoorraden én toenemende hittestress te beperken. Het is vooral van belang om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen om de ergste effecten van de opwarming te vermijden.