BO Akkerbouw reageert kritisch op de voorgestelde wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, waarin nieuwe stikstofgebruiksnormen en aandachtsgebieden worden vastgesteld. Volgens de sector sluiten de nieuwe normen onvoldoende aan bij de praktijk en zijn ze gebaseerd op gedateerde modelberekeningen en oude bemestingsproeven, terwijl recente gegevens en actuele praktijkinformatie buiten beschouwing zijn gelaten.
Groot gat tussen theorie en praktijk
"Het stelsel van gebruiksnormen is een doodlopende weg. Er zit een groot gat tussen theorie en praktijk. Met de voorgestelde actualisatie wordt dat gat nog groter", zegt directeur André Hoogendijk. De voorgestelde normen zijn volgens André zo laag dat de aanvoer van stikstof bij veel gewassen lager is dan de afvoer. Dit kan de bodemvruchtbaarheid en gewasweerbaarheid aantasten en heeft verstrekkende economische gevolgen voor de ketens die afhankelijk zijn van deze teelten.
De sector maakt zich onder meer zorgen over granen, suikerbieten, peulvruchten, pootaardappelen en uien, die nu onterecht als uitspoelingsgevoelig worden aangemerkt. "Het gebruiksnormenstelsel in combinatie met andere onderdelen van het mestbeleid werkt excessen in de hand en leidt telers onnodig weg van de goede landbouwpraktijk", aldus André. De voorgestelde verlagingen gaan volledig voorbij aan het principe van evenwichtsbemesting, waarschuwt BO Akkerbouw, en kunnen leiden tot uitputting van de bodem, kwaliteitsverlies bij gewassen en uiteindelijk hogere milieubelasting door extra inzet van gewasbeschermingsmiddelen.
Transparante toelichting op aannames
BO Akkerbouw wijst erop dat de systematiek van gebruiksnormen sinds 2006 grotendeels modelmatig is en geen rekening houdt met moderne rassen, teelttechnieken en mesttoepassingen. Ook actuele meetgegevens, zoals Nmin-residugegevens, lijken niet te zijn meegenomen om de modelberekeningen te valideren. BO Akkerbouw benadrukt dat zonder een betere onderbouwing van de normen en een transparante toelichting op de aannames de consultatie niet zorgvuldig kan plaatsvinden.
Naast kritiek op de huidige normen pleit BO Akkerbouw voor een omslag naar doelsturing, waarbij telers op perceelniveau sturen op basis van Nmin-residu. Dit geeft telers de mogelijkheid om maatregelen te kiezen die het beste aansluiten bij hun bedrijfsvoering en het optimale moment en de juiste plek voor toepassing. "Als sector zien we doelsturing als de beste route die leidt naar verbetering van de waterkwaliteit", zegt André. "Het generieke beleid, waaronder het stelsel van gebruiksnormen, is juist een risico voor het succes van doelsturing."
Voorgestelde wijzigingen grondig herzien
BO Akkerbouw dringt er bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op aan om de voorgestelde wijzigingen grondig te herzien, rekening te houden met de economische gevolgen voor de hele keten en te investeren in grootschalig bemestingsonderzoek dat aansluit bij moderne landbouwpraktijk. BO Akkerbouw benadrukt dat dit essentieel is om het ingroeipad naar doelsturing in het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn succesvol te maken en uiteindelijk de doelen voor waterkwaliteit te behalen.
BO Akkerbouw en haar 14 leden willen gezond voedsel produceren binnen wettelijke milieugrenzen, met maatschappelijke waardering en rendement voor alle schakels in de keten. BO Akkerbouw ziet het realiseren van schoon grondwater als een gezamenlijke opgave voor bedrijfsleven en overheden en pleit voor een integrale aanpak van bodembeheer waarbij plantbehoefte, bodemkwaliteit en maatschappelijke doelen voor water, klimaat en biodiversiteit centraal staan.
Bron: BO Akkerbouw
Voor meer informatie:
André Hoogendijk![]()
BO Akkerbouw
Louis Braillelaan 80
2719 EK Zoetermeer
Tel: +31(0)79 3030331
[email protected]
www.bo-akkerbouw.nl