Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Ketenbreed onderzoeksprogramma werkt aan toekomstbestendige teelt

Uiensector bundelt opnieuw de krachten in vierde fase van Uireka

Tholen - De Nederlandse uiensector zet opnieuw een grote stap vooruit in kennis en samenwerking. Het ketenbrede onderzoeksprogramma Uireka, dat sinds 2017 het kennis- en innovatieplatform vormt voor de uienteelt, gaat zijn vierde fase in. Onder de naam Uireka 4.0 willen telers, onderzoekers en verwerkers samen verder bouwen aan een volhoudbare, toekomstbestendige uienteelt.

© UIreka
Tim van der Knaap en Paul van Eijk van UIreka

"We staan aan de vooravond van een nieuwe fase waarin samenwerking belangrijker is dan ooit", zegt Tim van der Knaap, secretaris comité uienhandel (GroentenFruit Huis) en penvoerder van Uireka. "De uitdagingen veranderen, maar het principe blijft hetzelfde: samen de krachten bundelen om complexe teeltvraagstukken écht te begrijpen en op te lossen."

Van koprot tot ketenbrede oplossingen
Het begon in 2017 met een prangende vraag: wat kunnen we doen tegen koprot, de beruchte schimmelziekte die jaarlijks grote schade veroorzaakt in de uiensector? Dat probleem bracht de hele keten bij elkaar, van veredelaars en telers tot handel en verwerking, en leidde tot de geboorte van Uireka. "Uireka is opgericht vanuit de behoefte aan onafhankelijk, ketenbreed onderzoek", vertelt projectleider van Uireka Paul van Eijk namens de Wageningen University & Research (WUR). "Sinds de opheffing van SNUiF (Stichting Nederlandse Uien Federatie) eind jaren tachtig ontbrak een gezamenlijke onderzoeksstructuur. Met Uireka is die motor opnieuw gestart en inmiddels draait hij op volle toeren."

Door de jaren heen groeide het initiatief uit tot een vaste waarde in de sector. Inmiddels zijn meer dan zeventig partners aangesloten, waaronder zaadbedrijven, onderzoeksinstellingen, telersverenigingen, commissionairs, provincies en exporteurs. Samen werken zij aan een breed scala aan thema's: van ziekten als Fusarium en valse meeldauw tot bewaring en klimaatadaptatie.

Uireka 3.0: verdieping in onderzoek en data
De derde fase van Uireka, de periode van 2023 tot 2025, stond in het teken van verdieping. Dankzij steun van de provincies Zeeland en Flevoland, BO Akkerbouw en de brede financiële bijdrage vanuit de sector, konden diverse projecten verder worden uitgewerkt.

Een belangrijke doorbraak was het volledig in kaart brengen van het DNA van Fusarium oxysporum f.sp. cepae, de schimmel die wereldwijd aanzienlijke schade aan uien veroorzaakt. Daarmee kunnen onderzoekers nu op genetisch niveau onderscheid maken tussen schadelijke en niet-schadelijke varianten van Fusarium. Het vaststellen van twee zogenoemde effectoren vormt daarbij een belangrijke stap richting betere herkenning en voorspellend onderzoek in de volgende fase van Uireka.

© UIreka

"Het DNA-sequencingonderzoek vormt de basis voor nieuwe voorspellende testen", legt Paul uit. "Daardoor kunnen we straks beter inschatten wanneer een perceel een verhoogd risico loopt. Dat stelt telers in staat om gerichter maatregelen te nemen, nog vóórdat er schade optreedt. Daarin maken we nu echt stappen: we gaan van waarnemen naar voorspellen."

Naast dit genetisch onderzoek leverden ook projecten rond bewaring, tripsbestrijding en de jaarlijkse rassenproeven waardevolle inzichten op. De resultaten van die rassenproeven zijn intussen een vast referentiepunt voor telers geworden. De Uireka Rassenlijst geldt inmiddels in de sector als dé onafhankelijke bron van informatie over raseigenschappen en teeltprestaties.

Kennis naar het veld
Een belangrijk kenmerk van Uireka is dat onderzoek niet in de ivoren toren blijft hangen, maar direct zijn weg vindt naar de praktijk. Alle resultaten worden actief gedeeld via factsheets, video's, veldbijeenkomsten en de Uireka Academy, waar telers en adviseurs hun kennis kunnen bijspijkeren.

"De waarde van Uireka zit in de praktische toepasbaarheid", zegt Paul. "Onderzoek heeft pas echt betekenis als het de teler helpt in het veld; bij het drogen, bij plaagherkenning, bij het nemen van dagelijkse teeltbeslissingen."

Dat kennisdelen gebeurt steeds vaker digitaal. Via de website en sociale kanalen van Uireka kunnen telers bijvoorbeeld de nieuwste factsheets downloaden, zoals die over trips of Fusarium, en stap-voor-stapvideo's bekijken over het drogingsproces na de oogst.

Vooruitkijken: Uireka 4.0
Met de afronding van de derde fase richt Uireka nu de blik op de toekomst. De voorbereidingen voor Uireka 4.0 zijn in volle gang. Daarbij blijft het uitgangspunt hetzelfde: ketenbreed onderzoek, gedragen door de sector zelf, met een nadruk op praktische toepasbaarheid.

"We willen in Uireka 4.0 verder bouwen op wat we hebben geleerd", zegt Tim. "Dat betekent meer aandacht voor weerbaarheid tegen ziekten, betere benutting van data en modellering, en nauwere samenwerking tussen regio's. Denk aan het koppelen van genetische kennis aan bodemanalyse of het ontwikkelen van voorspellende systemen voor ziektedruk."

© UIreka

Een concreet voorbeeld van hoe de samenwerking in de praktijk vorm krijgt, is het lopende bodemonderzoek naar Fusarium. Uireka roept telers ook dit najaar op om grondmonsters op te sturen van percelen waar eerder problemen waren met deze schimmelziekte. Daarmee bouwen de onderzoekers van WUR voort op het eerdere voorjaarsonderzoek, waarmee wordt gekeken hoe het uienpathogeen Fusarium zich binnen de vruchtwisseling gedraagt.

"Door zowel in het voorjaar als het najaar te bemonsteren, krijgen we inzicht in hoe de hoeveelheid ziekteverwekkers zich ontwikkelt bij verschillende gewassen", legt Paul uit. "Dat helpt ons om beter te begrijpen onder welke omstandigheden Fusarium toeneemt, gelijk blijft of juist afneemt. Zo kunnen we onze adviezen aan telers steeds verder aanscherpen."

Van reactief naar preventief handelen
Uireka benadrukt dat alle aangeleverde informatie vertrouwelijk wordt behandeld, maar moedigt deelname aan de Fusariumtoets nadrukkelijk aan. "Hoe meer gegevens we ontvangen, hoe beter we verbanden kunnen leggen tussen bodemgesteldheid, teeltkeuze en ziektedruk", zegt Paul. "Zo draagt het direct bij aan de ontwikkeling van voorspellende modellen waarmee telers in de toekomst beter kunnen inschatten waar risico's liggen. Dat past precies bij de koers van Uireka 4.0: van reactief naar preventief handelen."

Ook de samenwerking met de provincies blijft belangrijk. "Zowel Zeeland als Flevoland hebben in eerdere fasen laten zien dat ze de sector een warm hart toedragen", zegt Tim. "Inmiddels zijn er meer provincies aangehaakt. Naast Zeeland en Flevoland gaat het om Noord-Brabant, Groningen, Drenthe en Zuid-Holland. Allemaal provincies met veel uienteelt." Tegelijkertijd kijkt Uireka breder: naar nationale en Europese fondsen, maar ook naar verdere cofinanciering vanuit de keten zelf.

"Dat het programma grotendeels vanuit de keten wordt bekostigd, laat zien hoe sterk het draagvlak is", zegt Paul. "Het betekent dat de sector zelf verantwoordelijkheid neemt voor kennisontwikkeling en dat is iets waar we trots op mogen zijn."

Samenwerken aan de toekomst van de ui
De inzet van Uireka 4.0 is helder: een sterke, weerbare uienteelt, met ruimte voor innovatie, duurzaamheid en rendement. "Of je nu teler bent, onderzoeker of exporteur, uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde belang", besluit Tim. "Een gezonde ui, van hoge kwaliteit, die zijn weg vindt naar markten over de hele wereld. Daar werken we samen aan en dat is wat Uireka zo bijzonder maakt."

Voor meer informatie:
UIreka
Louis Pasteurlaan 6
2719 EE Zoetermeer
Tel: +31(0)79-3681100
[email protected]
uireka.nl

Dit artikel is afkomstig uit het vakblad Primeur. Klik hier om een abonnement af te sluiten.

Gerelateerde artikelen → Zie meer