Roebel bereikt nieuw dieptepunt
Roebel daalt in waarde
De economische strijd tussen Rusland en het Westen heeft directe gevolgen voor de positie van de Russische roebel. De munt verliest aan waarde. Maandag bereikte de roebel een nieuw dieptepunt ten opzichte van de dollar: 38 tegen 1, of 1,3% lager. Door de sancties van het westen is de munt minder aantrekkelijk en kiezeninvesteerders voor waardevaste munten, zoals de Zwitserse Frank en de Japanse Yen. Het Kremlin wil de roebel graag upgraden naar een zogenaamde 'reserve currency', maar dat lijkt met de dalende wisselkoers nog ver weg. Een reserve currency is een munt die landen en instellingen in grote hoeveelheden in hun buitenlandse reserves hebben. De euro en dollar zijn de twee grootste. De stabiliteit van de grootste economie waar de munt gebruikt wordt is de belangrijkste voorwaarde om van een munt een reserve currency te maken. Daarnaast is de Russische overheid van plan meer handelscontracten in roebels af te sluiten om daarmee de afhankelijkheid van de dollar in de wereldhandel te beperken.
Sancties "grote kans" voor Israël
Rusland is op zoek naar nieuwe leveranciers van de geboycotte producten en Israël is op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Dat Israël kan profiteren van de boycot was al bekend, maar interessant zijn de uitspraken van de Israëlische minister Yair Shamir in Russische media. Hij noemde de boycot een grote kans voor Israël. De minister verwacht dat ook na de boycot de handelsstroom tussen de landen op gang zal blijven, "het is goedkoper, stabieler en er hangt geen politiek prijskaartje aan." Daarnaast hoeft Europa niet aan te komen met een verzoek aan Israël om de sancties te steunen. "Bedenk dat de EU onlangs sancties aan ons opgelegd heeft. Ze boycotten ons en willen dan dat we een ander niet helpen? Dat kunnen ze niet maken." Overigens heeft Israël de Russen meer te bieden dan alleen de producten. Het land is ook bereidt kennis te leveren en de Russen te helpen om productielijnen op te zetten om zelfvoorzienend te worden.
Meer export Centraal Azië niet alleen positief
In reactie op de boycot buitelden verschillende landen over elkaar met ambitieuze plannen om de export van groenten en fruit naar Rusland te verhogen. Poetin nodigde voormalige Sovjetrepublieken specifiek uit om meer te exporteren, maar die groeiende export heeft een keerzijde. In de eerste plaats waarschuwen experts dat de afgekondigde boycot voor een jaar geldt; een relatief korte periode. Daarnaast is het de vraag of deze landen in staat zijn de binnenlandse productie op korte termijn te vergroten. Daar komt bij dat een groeiden export meer druk op de binnenlandse markt zet waardoor daar de prijzen kunnen stijgen. Ook in de Centraal-Aziatische landen klinken kritische geluiden. De agrarische sector uitbreiden vraagt tijd en het men twijfelt of exporteurs hun relaties zullen opgeven voor een jaar export naar Rusland. En dan is er ook nog de lage kwaliteit van de producten, zitten de Russen daar op te wachten? Ten slotte produceert een deel van deze landen onvoldoende om de binnenlandse vraag te voorzien en wordt er geïmporteerd uit bijvoorbeeld Pakistan en Afghanistan.
Overigens is de potentie er wel. Tijdens de Sovjet Unie was de agrarische sector in een deel van deze landen goed ontwikkeld. Zo was bijvoorbeeld Tajikistan een belangrijke producent van agrarische producten, maar die tijd is allang voorbij.
Griekenland rekent op 50 miljoen euro schade
Marktdeskundigen schatten dat de schade aan de Griekse economie minstens 50 miljoen bedraagt. De fruittelers, visfarms en transportbedrijven zijn de eerste slachtoffers van het verbod dat door Rusland werd opgelegd. Er wordt geschat dat de totale schade tussen de 50 en 100 miljoen euro uitkomt.
Het Griekse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bekend gemaakt dat de telers die getroffen zijn door de boycot schadeloos gesteld worden. Het ministerie heeft ook maatregelen getroffen om de producten om te leiden naar andere exportbestemmingen. Producten die overblijven zullen teruggaan naar Griekenland en geschonken worden aan kerken, liefdadigheidsorganisaties, hotels en andere instellingen.