Labels bevatten belangrijke informatie over de producten. Daarbij moet een onderscheidt gemaakt worden tussen de labels op de verpakkingen en het label op het product. Jane Proctor van de Canadese afdeling van de PMA geeft tekst en uitleg over het belang van standaardisaties in de labeling."De AGF is een internationale markt, daarom is het extra belangrijk om te werken aan een standaard label," begint Jane. "Zonder een standaard zie je dat elk land en elke markt een eigen label ontwikkeld. Standaardisatie maakt de markt efficiënter."
PLU-code
Veel losse producten krijgen een PLU-code. Deze code is een wereldwijd gebruikte standaard die informatie over het product geeft. Deze code bestaat uit vier cijfers tussen de 3000 -4999. Onlangs besloot de International Federation for Produce Standards (IFPS) de code met een cijfer uit te breiden tot een 5-cijferige code, te beginnen met een 8. Het cijfer geeft het type product, inclusief het ras weer. Als een product biologisch geteeld is, wordt het cijfer 9 voor de PLU code geplaatst.
"In de basis zijn er op dit niveau twee mogelijkheden: PLU of geen label. De meeste landen gebruiken de PLU voor de exportmarkten waar de code gebruikt wordt in de retail, zoals Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Canada Nieuw-Zeeland, Australië, Noorwegen en binnenkort Mexico. Dat wil niet zeggen dat de retail in deze landen de PLU zelf ook gebruiken, maar we zien wel dat steeds meer landen de standaard van de IFPS PLU's implementeren. We verwachten dat Zuid-Amerikaanse landen op korte termijn zullen volgen. Natuurlijk kiezen veel landen er ook voor om de producten in de winkel te wegen en labelen met barcodes, maar de IFPS PLU maakt het mogelijk de producten tijdens het verpakkingsproces te markeren."
Traceability
PLU bevat verder geen informatie over de stappen tussen de teler en het schap bij de retailer of identificatie van een bedrijf. De PLU is alleen bestemd voor productidentificatie. "Voor traceability geeft PLU maar beperkte informatie. Het nummer vertelt wat voor product het is, maar niet de tussenstations die het product aandeed. Voor traceability heb je minimaal informatie over de merkeigenaar en het batchnummer."
"Traceability draait om informatievergaring in de supply chain," legt Jane uit. "De informatie die je nodig hebt voor bulk en losse producten kan alleen vergaard worden op caselevel, waar de informatie gecodeerd kan worden naar een GS1 standaard barcode." Dat betekent dat in landen waar de PLU gebruikt wordt, de traceerbaarheid stopt wanneer een kist met producten geleegd wordt op het winkelschap. De nieuwe barcode, GS1 DataBar, maakt het mogelijk dat ook losse producten gelabeld kunnen worden, maar de gebruikte symbolen staan alleen identificatie van de merkeigenaar en het item toe. De GS1 DataBar wordt steeds vaker gebruikt, maar voor bulkproducten wordt de IFPS PLU nog altijd gebruikt als voor mensen leesbare informatie.
Ga met Jane Proctor en anderen in gesprek over de ontwikkelingen in de labels tijdens het EU Forum. Meld je hier aan voor het Forum dat op 3 en 4 december in Rotterdam gehouden wordt: www.frugicom.nl/EUforumFreshplaza is mediapartner van het event