Leonardo Odorizzi in zijn kantoor.
"De grote verschillen tussen de kosten van wegtransport is één van de vele problemen binnen de EU. In Italië bedragen de kosten per kilometer €0,43 per km. In Bulgarije is dit €0,11 per km. En dat is niet het enige verschil want ook de werkuren variëren. In Litouwen mag een chauffeur jaarlijks 2.025 uur werken, in Roemenië 1.980 uur, in Polen 1.900 en in Spanje, Slowakije, Tsjechië en Italië maar 1.800 uur. Dit is uiteraard van invloed op de uurtarieven, die variëren van €28,18 in Italië tot €8,01 in Bulgarije."
Inderdaad. In 2014 maakten Poolse vrachtwagens de meeste kilometers met een aandeel van 61% in het internationale transport. Gevolgd door Spanje met een aandeel van 35%. Het aandeel van Italië bedroeg slechts 13%.
Het ontbreken van eenheid op Europees niveau heeft ertoe geleid dat lidstaten specifieke normen hebben ingevoerd...
Frankrijk, Duitsland en België hebben al wetten aangenomen om hun eigen arbeidsmarkt te beschermen. Het ziet er naar uit dat dit ook in Italië zal gebeuren. Frankrijk heeft een protectionistische maatregel getroffen die buitenlandse bedrijven verplicht dezelfde bijdragen te betalen dan Franse bedrijven met een prijs van €300 per inkomend voertuig. Deze situatie is onhoudbaar. De kosten van het transport per vrachtwagen van Catania naar Milaan (ongeveer 1.350 km) zijn hierdoor hoger dan het vervoeren van een container van Genua naar Shanghai (ruim 11.000 km) en hoger dan het vervoeren van dezelfde vracht van Noord-Italië naar Duitsland.
We kunnen te maken krijgen met douaneheffingen naar twee van onze belangrijkste afzetmarkten, die ons een aanzienlijk surplus opleveren. We exporteren jaarlijks voor ruim €50 miljard naar Duitsland en voor €40 miljard naar Frankrijk. Het beschermen van Italiaanse producten door wetten zou een oplossing kunnen zijn maar we moeten niet vergeten dat Italië de helft van wat het produceert, exporteert. De beste oplossing is dan ook het gelijktrekken van de arbeidskosten in de EU.