De Britse werkgeversorganisatie Confederation of British Industry (CBI) benadrukt in een nieuw rapport dat het VK straks buiten de EU zo min mogelijk zou moeten afwijken van de Europese voedselwetgeving. Niet alleen vanwege substantiële handelsstromen tussen het VK en de EU, maar ook omdat de EU vaak een bepalende rol heeft in het zetten van standaarden op mondiaal niveau. De CBI ziet agrifood als een van de sectoren waarin niettemin kansen zijn voor divergentie, waarbij ze het landbouwbeleid als voorbeeld noemt.
Brexit divergentie
Voorop staat voor de werkgeverskoepel echter dat het volgen van de EU in normen en standaarden voor voedsel(productie) essentieel is. Als de Britten hiervan zouden afwijken van deze Europese regelgeving, zou dat tot extra controles en kostenstijgingen leiden en met name voor Britse producenten tot een verslechterde concurrentiepositie. De CBI pleit met name voor equivalentie in de regels met betrekking tot voedsel van dierlijke oorsprong en etikettering.
Ook wil CBI dat het VK nauwe aansluiting met de European Food Safety Authority (EFSA) houdt. Op dit moment hebben Britse voedselproducenten die goedgekeurd zijn bij de Britse Food Safety Agency (FSA), automatisch toegang tot de Europese markt. Wederzijdse erkenning van de FSA en de EFSA is cruciaal om de handel in stand te houden. Ook moet het VK volgens CBI in eerste instantie gebruik blijven maken van expertise van de EFSA op het vlak van risicoanalyse en bovendien blijvende toegang houden tot het Europese Rapid Alert System for Food and Feed.