Het is helaas net als met roken: We weten best dat te veel, te zoet en te vet eten niet goed is. Maar recent onderzoek van het RIVM toont even goed aan dat we te weinig groenten en fruit, vis en vezels eten en vaak essentiële vitamines en mineralen tekort komen.
De hamvraag is dus: Hoe krijgen we Nederland aan die gezonde voeding? Bakas ziet weinig heil in een vleestax en andere ‘strafmaatregelen’. „Het moet vooral lekker zijn. Je moet mensen verleiden om gezonder te eten. Bijvoorbeeld door dingen anders te presenteren of anders te benoemen, zoals groentechips en snoeptomaatjes.”
Goed stuk vlees
Een gezond dieet betekent ook minderen met vlees. Toch ziet Bakas ook kansen voor veehouders. Mits ze over de grens heen kijken, want in de opkomende economieën is de welvaart nog steeds groeiende. „En mensen die geld hebben, willen vlees eten. In het westen gaan we wel minder vlees eten, maar áls we het eten, kiezen we vaker voor kwaliteit. Dus die plofkip, daar moeten we echt van af.”Dat kan ook, stelt Bakas, want zowel Goldman Sachs als Rabobank voorspellen dat we vanaf 2012 meer voor ons voedsel gaan betalen. „Dat werd tijd, want die prijzen zijn de laatste vijftig jaar amper gestegen. Boeren en tuinders moeten sowieso meer een vuist maken richting supermarkten en industrie om een eerlijke prijs voor hun producten te bedingen. Ze moeten beter onderhandelen.”
Dikbilmieren
„Voor wie dat duurdere vlees niet kan betalen, komen prima vervangers in beeld. Op plantaardige basis of gemaakt van dieren, die mevrouw Thieme niet zielig vindt”, grijnst Bakas. „In Colombia geldt de dikbilmier als een delicatesse. En er zijn natuurlijk tal van landen waar wormen, sprinkhanen en torren als eiwitbron op het menu staan. In die oorspronkelijke vorm zie ik ze hier nog niet zo snel in het schap liggen. Maar maak er een soort hamburger van, geef het een leuke naam en moet je eens kijken wat we smullen.”Met de hele wereld vlees eten is sowieso geen optie, ook niet voor de gezondheid van de planeet, stelt Bakas. „De mens bestaat voor 98 procent uit water, geklutst met wat bacteriën. Net als de meeste gewassen. Waarom moet daar per se dat dier tussen? Bedenk wel dat er nog elke dag 220.000 monden bij komen. Die moeten allemaal gevoed worden. En er is nu al grote schaarste.”
Tegelijk gooien we nog steeds een groot deel van ons eten weg, ook in de ontwikkelingslanden. „Het is hoog tijd voor een nieuwe groene revolutie. We moeten voedsel slimmer gaan produceren. Shell heeft het in zijn toekomstscenario’s al over 3D-printers, waarmee we uit ons eigen afval weer voedsel kunnen maken.”
Bakas ziet veel heil in de gentechnologie. „Greenpeace voert echt een achterhoedegevecht. Wat is het probleem? We zijn al sinds mensenheugenis bezig gewassen te veredelen. Als Europeaan kun je het je nog wel permitteren om te zaniken over de manier waarop. Maar als je elke dag honger lijdt, ben je blij als de opbrengst en voedingswaarde van je oogst verdubbelt. Greenpeace mag op dat vlak wel eens wat meer tegengas krijgen. Bij deze dan: Genetisch gemodificeerde organismen zijn fijn en heel goed voor ons.”
Functional food, oftewel voedsel met gezondheidsbevorderende ingrediënten, komt echter niet alleen uit het lab, benadrukt Bakas. „Onze voorouders wisten nog precies welke voedingsmiddelen goed voor je waren. Kijk naar de samenstelling van curry’s, daar gaat veel volksgeneeskunde in schuil.”
Ook daar moeten we naar terug, is zijn stelling. „We moeten beter duidelijk maken dat eten een medicijn kan zijn. Vertellen wat bepaalde voedingsmiddelen voor je doen. De consument is daar absoluut rijp voor. Die wil terug naar de natuur; vindt het ook leuk om te weten waar zijn eten vandaan komt. Er kijken 5 miljoen mensen naar Boer zoekt Vrouw. Daar moet je gebruik van maken.”
Boeren in stad
Bakas schetst nog twee belangrijke trends. „In 2050 woont 80 procent van de wereldbevolking in de steden. Daar gaat de boer straks ons eten verbouwen. Waar we ook iets mee moeten, is dat bacteriën zich verenigen tegen de mens. Ze worden steeds resistenter, met alle gevolgen van dien. De vraag is hoe lang we nog gewoon in de open lucht kunnen boeren.”In Japan komen deze ontwikkelingen nu al bij elkaar. „Daar wordt al geteeld in kleine kassen in de stad. Ook hier zie ik wel toekomst voor gestapelde kassen en voor aquacultuur en het kweken van vissen en insecten in al die leegstaande kantoren.”
Kleinschalig boeren krijgt straks vooral een recreatieve functie. Wie denkt dat daar de oplossing ligt, is volgens Bakas niet goed bij zijn hoofd. „Dat is een niche. Daar kunnen we echt geen 7 miljard monden mee voeden. Om hun kansen te grijpen, moeten boeren en tuinders de komende decennia duidelijke keuzes maken: Omschakelen, verhuizen naar de stad of andere slimme, nieuwe oplossingen bedenken. Geen probleem, dat hebben ze altijd gedaan.”
Hij biedt de branche een interessant podium. Vanaf januari krijgt Bakas een programmaserie op RTL, over innovatie en co-creatie. „Misschien kunnen we samen nadenken hoe we die brug naar de consument kunnen slaan.”
Bron: ZLTO /Nieuwe Oogst