Tot en met week 3 werd een kleine 800.000 ton aan uien geëxporteerd, tweederde van de oogst. In de tweede helft van het seizoen moet er dus nog 400.000 ton weg voor week 27, een kleine 18.000 ton per week. Het vakblad Primeur ging voor haar Uienspecial die dit weekend verschijnt een rondje langs de uienhandelaren Eric Moerdijk, Jaap d'Hont, Mike de Koster en Jaap Wiskerke.
De brede exportvraag in de eerste helft zorgde voor een stabiele stemming en rendabel prijsniveau voor de teler. De prijzen kwamen vanaf oktober nauwelijks meer onder de 10 cent per kilo uit en tikte in januari de 15 cent per kilo aan. De telers laten momenteel echter moeilijk hun uien los door de lagere exportvraag in januari en februari. Naast deze marktontwikkelingen heeft het CBS in januari de oogstraming bijgesteld, speelt fusarium sommige telers parten en is de automatisering bij de sorteerders verder op handen.
Monie Nieuwdijk, Eric Moerdijk
“Januari is de maand die we het liefst overslaan in de uienhandel,” vertelt Eric Moerdijk van Monie Nieuwdorp. “In de eerste helft van het seizoen gingen er veel uien weg, vooral de tekorten op de Indiase markt heeft ons kansen geboden. In het nieuwe jaar stopte de export naar de grootste exportmarkt voor de Nederlandse uien. Senegal sluit de markt om de eigen teelt te beschermen en dan wordt de markt wat rustiger. Vanaf half januari zorgde dat voor een overcapaciteit op de Nederlandse markt en dat drukt de prijzen. De laatste jaren zien we een trend dat er meer voor dan na de jaarwisseling weggaat aan uien. Als sector moeten we daar mee leren omgaan in flexibiliteit rond machines en de inzet van personeel.”
West-Afrika, India, Brazilië, etc., de export moet het steeds meer hebben van de eerste helft van het seizoen terwijl de tweede helft aanzienlijk rustiger is. “De vraag uit Oost-Europa, het Caraïbisch gebied en het Verre Oosten trekt op het moment nog niet zo aan,” vertelt Eric. “We werken zelf met een rekenschema om in te schatten wat er nog aan voorraad uien is in Nederland. Die exportcijfers worden wekelijks geüpdatet. In de eerste helft is dat meer dan in de tweede helft. Dat komt omdat een stabiele afnemer zoals West-Afrika ontbreekt in de tweede helft. Vroeger hadden we Rusland die gelijksoortige volumes uien afnam in de tweede helft. Sinds de boycot gaat dat niet meer door en een alternatieve markt is er nog niet. Oost-Europa neemt geen gelijkaardige volumes af en Brazilië blijft erg onstabiel wat afzet betreft. Dan heb ik toch liever 10 kleinere afzetmarkten die continu afnemen in een periode dan één grote die alleen uien afneemt als het nodig is.”
Brazilië was dit jaar vroeg aan de markt en nam tot oktober een redelijk volume af van Nederlandse uien. Anders dan in het uitzonderlijke jaar 2018 was de oogst van 2019 beduidend beter. “Er is meer areaal bijgekomen waarop de oogst redelijk te noemen is,” vertelt Eric. “Er is vooral veel bijgekomen in Oost-Nederland waar naast de contractteelt van andere gewassen uien een interessant gewas zijn wat betreft het mogelijke saldo. Ik kan begrijpen dat telers uien gaan verbouwen want het is nog een gewas waar een mooi rendement uit te halen is. Als we dit jaar echter een goede oogst gaan krijgen op al dat areaal, dan krijgen we zeker met een overschot te kampen. In tegenstelling tot de uien uit de Zeeuwse klei en uit de polders van Flevoland zijn de uien van de zandgronden in het oosten moeilijk lang te bewaren. Dat heeft als gevolg dat het de marktwerking verstoord omdat de uien in een relatief korte periode verhandeld moeten worden.”
Monie Nieuwdorp haalt zijn uien uitsluitend van Nederlandse bodem. “Alleen als het nodig is, importeren we rode uien uit Egypte,” vertelt Eric. “We sorteren de uien op kwaliteit maar in de markt is het steeds lastiger je daar op te onderscheiden en een meerprijs uit te halen. Klanten worden kritischer op de kleuring en het formaat. Het van overheidswege schrappen van de termen ‘klasse I’ en ‘klasse II’ is daarvoor exemplarisch. Op de lange termijn wordt het dus een noodzaak om een sterk merk neer te zetten wat staat voor kwaliteit.”
Een ander onderscheid in de uien is moeilijk. “Er zijn nog wel wat nichemarkten zoals biologische uien of roze uien maar dat is op het geheel maar minimaal. De roze uien stijgen wel in populariteit maar het blijft een beperkte markt. Het biedt voor ons echter een stuk werkzekerheid en aanvulling in het assortiment.”
Jaap D’Hont, Sorteerbedrijf D’Hont
Bij sorteerbedrijf D’Hont uit het Zeeuws-Vlaamse Groede is het eind januari ook rustig in het seizoen. De afzet van het bedrijf blijft stabiel want ruim 80 procent van de uien zijn bestemd voor de Nederlandse en de Belgische markten. “Er is nu vooral vraag naar de 60+ maten bij de klanten,” vertelt Jaap D’Hont, eigenaar van het bedrijf. “Voor de telers in het zuidwesten is het weer geen al te best seizoen met vaak lage opbrengsten. Ik sta er dan ook niet van te kijken dat het CBS eind januari haar oogstraming voor uien naar beneden had bijgesteld tot 50,7 ton per hectare.”
De opbrengst van de uien uit eigen teelt is beter van kwaliteit. “Wij hebben op ons eigen areaal van 50 hectare kunnen beregenen omdat we hier een bron onder de grond hebben zitten. Met het beregenen gaan we ook de trips tegen die de streek zo teistert. Daarmee was de opbrengst bij ons beter. Maar niet iedere teler kan beregenen. Soms is er gewoon geen mogelijkheid om een bron te slaan of is het grondwater te zout. Het bouwplan helpt daarbij ook niet echt mee in de bestrijding van deze kleine insecten. Het bouwplan bij de meeste boeren met daarin industriegewassen als vlas en graszaad stimuleren juist de trips in het veld.” Daarnaast hebben een deel van de uienboeren last van fusarium in hun voorraden.
Hoewel Jaap het liefst zijn uien afneemt uit de streek is hij gedwongen zijn uien deels elders in te kopen. “De kleine uitjes doen het gewoon niet goed in de markt. vorig jaar hadden we nog geprobeerd de kleinere maten te verkopen in de supermarkt. Ik hoorde van veel mensen dat ze meestal aan één zo’n kleine ui genoeg hebben. Toch blijkt het maar weer dat mensen vooral met hun ogen kopen en de grote maten meenemen in de winkel want ja, die zien er gewoon aantrekkelijker uit. Het is dus helaas bij één lading gebleven.”
Net als in 2018 komen de uien voor een deel dan ook uit andere delen van Nederland, België en Frankrijk. “Vooral over de Franse uien ben ik zeer tevreden,” vertelt Jaap. “Het zijn grote maten en ze zijn mooi van kleur en met weinig tarra. Het is al de tweede keer op rij dat de Franse uien uit de omgeving van Orléans van goede kwaliteit zijn. De percelen waarop ze worden geteeld zijn relatief nieuw en ze hebben de mogelijkheid tot beregenen. Uit België halen we ook redelijk wat uien maar de kwaliteit is gemiddeld wat minder. Wel zie ik dat het uienareaal voor dit jaar in België gaat stijgen. Je ziet dat dit gewas daar aan populariteit wint bij de telers.”
Jaap hoopt vooral in de komende dagen op wat meer stemming in de mark. “De grote maten gaan er in januari nog met gemak uit maar de midden sortering is aan het stroppen. Ik hoop dat de vraag in het voorjaar weer gaat aantrekken. Wat we niet kwijt kunnen, gaat grotendeels naar de schillerijen in Polen die een kleinere maat aannemen maar wel steeds kritischer worden op wat ze ontvangen.”
Naast de gele en rode uien handelt Jaap ook nog extra in nichemarkten als sjalotten en biologische uien. “Ondanks de kleine percentages binnen het bedrijf kan dat beetje extra soms handig zijn. Dat het in de tweede helft rustiger is dan in de eerste helft van het exportseizoen voor uien is vooral te danken aan het wegvallen van Rusland in 2014/2015. De uien hebben daar last van maar zelf heb ik nog een aantal hectares met peren en ik weet dat het voor het hardfruit veel ingrijpender is gebleken.”
WDK Onions, Mike de Koster
“De start van het nieuwe seizoen in 2019 was lastig,” vertelt Mike de Koster van WDK Onions uit Kwadendamme. “De maand juli was erg rustig in de handel maar in augustus kwam Brazilië vroeg aan de markt en daarmee begon de vraag al te stijgen. Daarna opende Senegal zijn grenzen voor de Nederlandse uien en door de misoogst in India hadden we ook nog verschillende afnemers in die regio. Na een goed exportseizoen is januari altijd maar een flauwe maand. Senegal is weer dicht, de export komt in rustiger vaarwater en daarmee komen de prijzen onder druk te staan.”
“Eind januari schommelden de prijzen veel en de druk op de markt bleef,” vertelt Mike. Begin februari is het afwachten hoe het voor de rest gaat lopen in het uienseizoen. “Als ik een les heb geleerd uit mijn eerste dagen is dat het niet uitmaakt of je één maand of vijftig jaar ervaring hebt, je hebt gemeen dat niemand weet wat de markt gaat doen. Het kan een explosieve handel zijn met veel emotie waardoor het soms moeilijk voorspellen is. Het blijft dus onzeker wat er gaat gebeuren maar ik hoop dat de vraag en prijs zich wat gaan stabiliseren in de komende maand.”
Er zijn tot eind december zeer veel uien geëxporteerd en gezien de cijfers van het CBS moeten er nog aardig wat uien weg. Maar als we wekelijks voldoende kunnen exporteren, zullen we de uien nagenoeg allemaal nodig hebben. Met de komende offerfeesten later dit seizoen, zie ik toch voldoende kansen.
West-Afrika is als exportmarkt explosiever geworden in het exportseizoen. “Elk jaar wordt er meer afgenomen uit West-Afrika maar de seizoenen worden wel korter om de eigen teelt te beschermen,” vertelt Mike. “In het verleden deden we nog wel eens export naar Senegal tot in april. Een grote afnemer hebben we daarnaast niet meer in de tweede helft van het seizoen. De vraag uit Oost-Europa trekt nog niet echt aan. De laatste jaren worden ook meer uien verwerkt in de industrie. Convenience wordt wat dat betreft steeds groter in de markt.”
Over de kwaliteit van de uien in de bewaring is Mike tevreden. “In de zomer waren we wel even bevreesd voor de kwaliteit omdat er met de kiemremmers werd gewerkt op het moment dat het zo snikheet was. Het is gebleken dat de kiemremmer zijn werk tot op heden goed heeft gedaan en de uien liggen dan ook mooi in de bewaring. De kwaliteit is voor ons belangrijk. We hanteren dan ook de stelregel dat zelfs de slechtste ui nog de wereld over moet kunnen.”
Jaap Wiskerke, Wiskerke Onions
Op het kantoor van Wiskerke Onions in Kruiningen heeft Jaap Wiskerke de cijfers paraat om zijn gedachten over de tweede helft van het exportseizoen uiteen te zetten. Bewapend met deze statistische gegevens kan hij de seizoenen naast elkaar leggen. “Het verzamelen van data is belangrijk om de juiste beslissingen te kunnen nemen in de uienhandel,” aldus Jaap.
Wiskerke Bureau voor de Statistiek
Sinds 1980 houd ik bij wat de opbrengst is per hectare, het tarra van de uien, de export, de prijzen, etc. . We zien de laatste 5 à 6 jaar dat er een groter verschil zit tussen de eerste helft van het seizoen en de tweede helft. Dat heeft alles te maken met Rusland. Tot 2014 gingen er grote volumes naar Rusland in de tweede helft en zo kon de Nederlandse uiensector op volle capaciteit door. Per week verwerken we in Nederland zo’n 40.000 ton uien. Vanaf week 52 is echter 20.000 ton daarvan weggevallen omdat Senegal zijn markt heeft gesloten. Per jaar gaan daar steeds grotere volumes naar toe. Dat blijkt wel uit de cijfers van week 49 toen we in Nederland boven de 40.000 ton uitkwamen met onze verwerking.”
Jaap haalt zijn gegevens erbij op de computer en laat de weekoverzichten zien van dit seizoen en het uienseizoen van 2017/2018 (wat we kunnen zien als een representatief jaar). “Als ik ga kijken naar het gemiddelde van tien weken in het seizoen van 2017/2018 zie je dat we gemiddeld rond de 35.000 ton uien zitten in Nederland die we exporteren in de eerste helft van het seizoen. Als ik het gemiddelde pak van week 5 tot week 14 in de tweede helft van het seizoen is er nog maar een gemiddelde afzet van 18.000 ton. Dat gebeurdt dit jaar opnieuw waarin we zien dat ook steeds meer uien in de eerste helft van het seizoen verhandeld worden.”
Verschil zit hem vooral in prijs
Er is echter een duidelijk verschil tussen dit jaar en het seizoen 2017/2018. “Dat is de prijs,” zegt Jaap. “kijken we naar het vorige seizoen (2017/2018), dan zien we in vergelijking met dezelfde periode in het jaar dat de prijzen rond de 9,1 cent lagen in februari, in maart 9,6 cent en in april terug naar 11,5 cent, toen we een aantal contracten hadden in de teelt. Daarna zakte het dramatisch in naar prijzen van 8,3 cent aan het einde en je dus duidelijk zag dat we een overschot hadden.”
Begin 2020 liggen de prijzen bij de telers hoger. “Nu kan ik zelfs met 13 cent nog geen uien kopen. De prijzen bij de telers liggen rond de 15 cent bij de boer, dat is ruim 6 cent hoger dan het vorige representatieve seizoen.” Verklaring voor die abrupte prijsstijging heeft Jaap wel. “Dat heeft alles te maken met de ramp in India dit jaar.”
“India is een land waar de uienhandel strikt gereguleerd is door de overheid,” vertelt Jaap verder. “India heeft ruim 1,2 miljard inwoners en een uienconsumptie die vele malen hoger ligt dan bij ons. Neem daar nog eens bij dat er voor uien geen substituut bestaat zoals dat bij appelen, peren of bij aardappelen en rijst en je snapt dat de overheid dit allemaal streng controleert.”
De teler moet zijn uien zelf sorteren en die brengt hij naar de uienmarkt voor de verkoop. Door die regulering is de data in India nog nauwkeurig dan wij hier in Nederland kunnen. In november 2018 ben ik begonnen met het bijhouden van die cijfers in India, het is toch de grootste uienteler in de wereld. Je ziet dan dat de markt in India tussen 35 en 50 miljoen kilo uien nodig hebben per dag. Maar op 4 november 2019 komt er 15 miljoen kilo op de markt. Voor de minste kwaliteit betaalden de mensen 31 cent en de beste voor 57 cent. In week 45 kwam er 20 miljoen kilo gemiddeld per dag met een gemiddelde prijs van 47,6 cent. De tekorten liepen op en de prijzen stegen veel harder mee. Met een tekort van 6 procent op de markt stegen de prijzen al met 46 procent. Op het hoogtepunt had men een prijsstijging van 624 procent op een tekort van 44 procent.”
Wat volgde was een exportverbod op Indiase uien. “Normaal moeten de exporterende handelaren een boete betalen als ze exporteren op het moment dat de uien op de binnenlandse markt duur zijn maar nu kwam er een totaalverbod. Tegelijkertijd gaat het geld van deze boetes in een potje waarmee men exporteurs weer beloont als ze op een verzadigde markt uien exporteren. Want het verhaal heeft wel twee kanten. Want de prijzen kunnen in dezelfde trend ook zakken bij een overvloed op de markt. Alles om te zorgen dat de telers genoeg uien blijven telen.”
De prijs voor de uien in India is zich nu langzaam aan het herstellen maar kan nog niet concurreren met de Nederlandse uien. “In week 1 lag de prijs nog op 61 cent, in week 5 op 40 cent boerenprijs gemiddeld. Waarschijnlijk blijft India met deze stijgende lijn dicht tot eind februari. Daar komt nog bij dat het half februari verkiezingen zijn in India. De regering wil voorkomen dat de uienprijs nog eens omhoog schiet in het land.”
Die situatie en de grotere exportvolumes in de eerste helft zorgt er voor dat de telers hogere prijzen willen voor de uien. Het CBS kwam daarnaast eind januari met een definitieve oogstraming voor de zaaiuien, deze werd bijgesteld naar 50,3 ton per hectare. “Toch moet je deze cijfers altijd herberekenen. Zo zat het CBS er mijn inziens vorig jaar 4 ton boven de werkelijke opbrengst per hectare omdat het anders niet klopt met het jaarlijkse gemiddelde van uitval. Het CBS levert wel de meest nauwkeurige cijfers af voor de opbrengsten. In 2019 hadden we een raming van 53,1 ton per hectare, eind januari werd het dus bijgesteld naar 50,3 ton per hectare. De teler wil met die bijstelling natuurlijk een betere prijs voor zijn uien.”
Toekomst
“In de toekomst verwacht ik dat dit vaker gaat gebeuren. Als je kijkt naar de teelt in India dan zie je dat de telers voor water al tussen de 20 en 25 meter diep moeten graven voor een bron. De grond is snel aan het verzilten en kan geen water meer opnemen met alle gevolgen van dien. Voor technieken zouden we naar de VS moeten kijken waar in droge delen van het land via druppelirrigatie een goede kwaliteit uien wordt geteeld. Afrika biedt daarnaast kansen voor de uien. Het is het continent van de toekomst waar men tegen 2050 verwacht dat de bevolking is gegroeid naar 2,5 miljard inwoners. De consumptie van uien per hoofd van de bevolking ligt met ongeveer 30/35 kilo hoger dan in Europa met een kleine 6/7 kilo.”
Automatisering
Jaap blijft zelf niet stilstaan in het bedrijf. Automatisering is een belangrijke ontwikkeling bij de uiensorteerders. "Eind maart begin april gaan we een camerarobot installeren voor de leesband. Met de camera’s en een zelflerend systeem van de robot kunnen we daar kosten op besparen en een effectiviteitsslag te maken. Het wordt steeds moeilijker om mensen te vinden voor dit werk. Naast automatisering willen we ook een slag slaan met duurzaamheid. We hebben de ambitie om ons bedrijf klimaatneutraal te maken. Dat doen we onder andere met zonnepanelen op het dak en straks nog op een extraperceel en door gebruik te maken van restwarmte van onze buren Lamb-Weston Meijer. Die duurzame energie is trouwens realtime te volgen via onze app.”
De hele uienspecial lezen? Neem een abonnement op het Vakblad Primeur en wij sturen u de februari-editie nog op
eric@monie.nl
info@wdk-onions.nl
sorteerbedrijfdhont@agroweb.nl
jwk@wiskerke-onions.nl