Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Onderzoek in de teelt van ui: de meest optimale hulpstof bij Batavia

Uitvloeiers versus olie bij Batavia in ui

Er is dit jaar voor het 2e seizoen gewerkt met Batavia in ui tegen trips. Vanuit proeven is gebleken dat er een hulpstof nodig is om de actieve stof van Batavia (Spirotetramat) goed op te laten nemen door de plant, in dit geval een plantaardige olie. Vooral onder minder gunstige omstandigheden (droogte, hoge temperaturen) heeft de plant een dikke waslaag en is een hulpstof noodzakelijk. 

"Aan de andere kant zien we de laatste jaren dat er steeds eerder moet worden ingegrepen tegen trips vanwege het warme voorjaar", aldus Bayer. "Dit valt vaak samen met de aanpak van onkruiden met contactmiddelen. Gebruik van herbiciden en een olie bij Batavia met een korte interval kan voor problemen zorgen. Door het gebruik van olie is de waslaag vrijwel niet meer aanwezig op de ui. Ga je vervolgens met herbiciden aan de slag, dan kan dit leiden tot gewasreactie. Wellicht zou een uitvloeier beter passen wat betreft gewasveiligheid, maar de vraag is of deze ook voor een betere opname van Spirotetramat zorgt."

Proefopzet
Om enerzijds de opname te optimaliseren en anderzijds de gewasveiligheid te bewaken, hebben we dit voorjaar een proef aangelegd met diverse hulpstoffen bij Batavia in ui. De proef is uitgevoerd in winterplantuien op een goed groeiend gewas met een lengte van 30-40 cm en 6 tot 8 pijpen. Er zijn diverse uitvloeiers plus  Robbester en Flipper in de proef gelegd. Van elk object zijn 8 dagen na de toepassing bladmonsters genomen en is het residu bepaald van Spirotetramat Cis-enol, de metaboliet van Spirotetramat die de werking heeft tegen stekende en zuigende insecten.

Conclusie
"Uit de proef is gebleken dat een uitvloeier niet zorgt voor een betere opname en dat Robbester en Flipper dit het best voor elkaar kregen. 
Tijdens de monstername is het gewas per object beoordeeld op eventuele gewasreactie en is er in geen enkel object een vorm van gewasreactie waargenomen. In het object met Flipper is 5 ltr/ha aangehouden, deze hoge dosering is gekozen om de gewasveiligheid te onderzoeken. Het object met Robbester is met 2 ltr/ha toegepast. Dit gaf een goed resultaat en onder deze omstandigheden was dit veilig voor het gewas", aldus Bayer.

Bron: Agro Bayer

 

Publicatiedatum: