De interesse in genetica zit Rijnsburgerspecialist Fetze Admiraal in het bloed. Op jonge leeftijd kruiste hij al kippen, maar pas tijdens zijn studie kreeg hij belangstelling voor veredeling. "Ik vind het mooi om te zien als een teler blij is met de opbrengst die één van onze rassen heeft gegeven", zo vertelt Fetze in het Uien magazine van De Groot en Slot.
Waarom ben je veredelaar geworden?
"Ja, waar ging het mis... (knipoog). Ik ben van jongs af aan geïnteresseerd geweest in biologie. Mijn opa hield hobbymatig geiten, pony’s, kippen en konijnen en ik kwam veel op het melkveebedrijf van zijn buren. Toen ik een jaar of acht was, begon ik zelf met verschillende soorten eenden, kippen en ganzen te hobbyen. Ik vond het leuk om nestjes te houden en te zien wat voor types daaruit voortkwamen. Het wegdoen van mijn experimenten vond ik erg lastig. Na verloop van tijd zijn de dieren naar mijn opa verhuisd en is een deel uiteindelijk toch bij de poelier beland."
"In eerste instantie heb ik een opleiding milieutechniek gedaan, maar dat was uiteindelijk niet wat ik zocht. Pas tijdens mijn eerste jaar op Larenstein in Deventer kwam de interesse in de genetica terug en heb ik mijzelf in de richting van de plantenveredeling gewerkt, door stages bij veredelingsbedrijven, keuzevakken veredeling en een minor Biotechnologie."
Hoe ben je bij De Groot en Slot terechtgekomen?
"Na mijn afstuderen bij Larenstein stond ik voor de keuze om of door te studeren in Wageningen of te gaan solliciteren. Uiteindelijk heb ik er voor gekozen om te gaan solliciteren, ook omdat er best wel wat leuke vacatures beschikbaar waren en ik het studentenleven wel een beetje had gezien. Na gesprekken met verschillende potentiële werkgevers koos ik voor De Groot en Slot, waar ik nu alweer 13,5 jaar werk. Wat mij destijds aansprak, was het wereldwijde karakter van de geboden baan en de ontwikkelingsmogelijkheden in al die verschillende markten. Verder moet het gevoel goed zijn en dat was zo."
Wat is het leuke aan hier werken?
"De afwisseling in het werk: van veldbeoordeling tot overleg met de onderzoeksafdelingen en de contacten met collega’s wereldwijd. De groot en Slot werkt al 51 jaar samen met Bejo. Het gezamenlijke veredelingsteam bestaat uit acht veredelaars in Nederland, twee in de VS, een in Italië, een in China en een in Argentinië. De veredelaars worden ondersteund door een groep assistent-veredelaars. Verder spreekt de relatief kleine, platte organisatie en de informele sfeer mij aan. Daarnaast zijn er de vele ontwikkelingsmogelijkheden in markten wereldwijd."
Hoe ziet het veredelingsseizoen eruit?
"De activiteiten zijn jaarrond verschillend en afhankelijk van het team waarin de veredelaar werkt. Voor de extra langedaggroep waarin de Rijnsburgers zitten, worden in de maanden januari, februari en maart de verschillende ouderlijnen geselecteerd, bewaarbaarheid beoordeeld en aansluitend vergaderd over de behaalde scores van de zaadpartijen op de verschillende proefveldlocaties. Dit wordt gezamenlijk gedaan door het Rijnsburger team, dat bestaat uit vier veredelaars, een assistent-veredelaar en een proefveldcoördinator. Het komt voor dat we een week lang in de vergaderzaal leven; een beetje zitvlees is wel nodig. Ook worden de uien geactiveerd door deze voor te selecteren, zodoende blijven alleen de beste uien over voor de laatste selectie die daarna in de kas wordt geplant."
"In april en mei worden de geselecteerde uien in de kas geplant voor de zaadteelt. Daarnaast worden de screeningsproeven en selectievelden gezaaid voor de nieuwe selectieronde. Als de laatste uien zijn geplant, is het een goed moment om de zaadteeltadministratie te controleren in de database en in de kas. In juni en juli volgt de bloei en zaadzetting. Hierbij worden de zaadteeltlocaties in de kas vaak bezocht om te controleren of de teelt goed gaat. Ook bezoeken we regelmatig de verschillende Rijnsburger- en plantuienproefvelden in Nederland. De gewassen worden nagelopen op onder andere afwijkers, ziektegevoeligheid en roodverkleuring. De plantuienproeven, zowel de overwinterings- als voorjaarsplantuien, worden in deze periode op het veld ook beoordeeld. Hierbij kijken we naar zaken als kleur, vorm, opbrengst, schieters en ziektegevoeligheid en wordt een score gegeven voor de algemene indruk."
"Augustus en september staan in het teken van het beoordelen van de Rijnsburger screenings die in de belangrijkste teeltgebieden zowel groeiend als in het zwad worden nagelopen en beoordeeld. In oktober, november en december volgt de oogst en de voorbereiding op de bewaarbeoordeling en bolselecties. In deze periode worden tevens de andere genetische groepen behandeld, waaronder de plantuien. Dit is de drukste tijd van het jaar wat selecteren, beoordelen en vergaderen betreft."
Waar liggen de uitdagingen?
"Er zijn veel uitdagingen binnen de uienveredeling. Ten eerste gaat door het tweejarig karakter van de ui alles erg langzaam. Dat maakt het soms lastig om de zaken goed in het vizier te houden, waardoor een goede boekhouding nog belangrijker is. Daarnaast is het inkruisen van ziekteresistenties vanuit wilde Alliumsoorten erg lastig. Dus veel werk voor vaak minimale successen. Maar gelukkig zijn die er wel. Daarbij is er technisch gezien steeds meer mogelijk, waardoor er goed zicht blijft op succes in de toekomst."
Jij bent Rijnsburgerveredelaar bij DGS. Waar ligt de veredelingsfocus?
"De focus ligt grotendeels op de klassieke Rijnsburgereigenschappen, zoals huidvastheid, hardheid, vorm, kleur en opbrengst. Maar ook steeds meer op flexibiliteit en stabiliteit, omdat de huidige en toekomstige teeltomstandigheden daarom vragen. Bij een robuuste ui horen ook ziekteresistenties - bijvoorbeeld tegen fusarium, pinkroot en valse meeldauw - en een krachtig wortelsysteem en sterk loof, zodat de ui ook in droge jaren een marktwaardig product kan leveren van voldoende omvang."
Op welk ras ben jij het meest trots?
"Ik vind het mooi om te zien als een teler blij is met de opbrengst van één van onze rassen. In principe heb ik zelf geen enkel ras voortgebracht. Het is altijd een teamprestatie en een resultaat dat gebaseerd is op het werk van onze voorgangers. De meeste veredelaars zijn denk ik niet zo snel trots; als een ras na 10-12 jaar geïntroduceerd wordt, dan zijn wij vooral bezig met de eigenschappen die nog beter kunnen en moeten. Meestal werken wij dan vaak al aan een verbeterde versie die bijvoorbeeld ietsje vroeger, donkerder, huidvaster of productiever is."
Wat is de perfecte ui van de toekomst?
"Het ras van de toekomst moet robuust en veelzijdig zijn; gecombineerde resistenties, een krachtig wortelsysteem en sterk opstaand loof hebben, zodat opbrengststabiliteit over de jaren heen wordt behaald. Ik verwacht dat de trend naar telen voor de afzetmarkt doorzet, zoals dat in andere markten al zichtbaar is. Want waarom een minder productief ras telen dat tot mei/juni bewaarbaar is, als dat maanden eerder voor Kerst al op de kade in Dakar staat?"
Voor meer informatie:
De Groot & Slot
Westelijke Randweg 1
1721 CH Broek op Langedijk
+31 226 33 12 00
info@degrootenslot.nl
www.degrootenslot.nl
Bron: Uien magazine van De Groot en Slot