Om te begrijpen waar een plant behoefte aan heeft, moet men eerst de werking van de plant beter begrijpen. Waar reageert de plant op en hoe maken we de plant blij? In onderstaand artikel gaat Peter Geelen, een van de oorspronkelijke grondlegger van "Het Nieuwe Telen" en ook een van de auteurs van Plant Empowerment, hier uitgebreid op in.
Drie balansen hebben hier invloed op plantgroei: de energiebalans, de waterbalans en assimilatenbalans. Om te komen tot een optimale plant, is het zaak dat de drie genoemde balansen ook onderling goed in balans zijn.
Energie
De energiebalans van de plant is in feite niets anders dan het evenwicht tussen aan- en afvoer van energie. Deze balans kan om diverse redenen verstoord raken. Maar gelukkig zijn planten uitgerust met een mechanisme dat de energiebalans kan herstellen, namelijk verdamping. Soms moeten we de plant hier wel een beetje bij helpen; daarover later meer.
Drie energiestromen zijn van invloed op de energiebalans:
Kortgolvige straling
Hierbij gaat het om een primaire energiebron. De zon en aanvullende belichting zijn voorbeelden van kortgolvige straling. Wanneer de plant bijvoorbeeld te weinig water heeft, kan dit de stand van het blad veranderen of het licht reflecteren. Hierdoor hoeft de plant minder te verdampen. Dit is genetisch bepaald.
Langgolvinge (uit)straling
Dit is een energiestroom die op afstand plaatsvindt. Is het kasdek bijvoorbeeld warmer dan de plant, dan krijgt de plant energie. In dit geval stoot de plant warmte uit, en dat wil je vanzelfsprekend voorkomen. Dit kost immers energie, die de plant niet kan benutten voor verdamping. Daarnaast kan worteldruk ontstaan, aangezien de wortels in dit geval warmer zijn dan de bladeren. Dit kan resulteren in ziektes of bladeren met bruine randen.
Convectieve energie
Warme lucht zorgt voor convectieve energie en heeft op die manier invloed op de energiebalans van een plant. Dit is bijvoorbeeld aan de orde wanneer de lucht warmer is dan de plant. Ook de luchtbeweging is van invloed op de energiebalans. Via de luchtbeweging wordt warme lucht c.q. energie aangevoerd, daarnaast zorgt deze beweging ervoor dat verdamping van de plant wordt afgevoerd.
Tot slot, de energiebalans bepalend is voor de verdampingssnelheid van een plant. Verdamping kan alleen ontstaan door een overschot op de energiebalans. De plant kan zijn bladtemperatuur aanpassen door zijn huidmondjes meer of minder te openen. Op die manier wordt de convectiestroom geregeld en daarmee de verdampingssnelheid.
Water
De toe- en afvoer van water in de plant bepalen de waterbalans. Het is essentieel om hierin een evenwicht bewaren. Daarmee kun je op korte termijn namelijk uitdroging en waterstress voorkomen en maak je voor de langere termijn groei en productie van vruchten en bloemen mogelijk.
Het is belangrijk dat de watergift goed is afgestemd op de wateropnamecapaciteit in de wortelzone. En die moet weer gelijk zijn aan de verdampingssnelheid. Gelukkig beschikt een plant over een buffer waarmee hij plotselinge veranderingen kan overbruggen. Bijvoorbeeld als er tijdelijk te weinig water beschikbaar is.
De verdampingssnelheid kan worden opgevoerd, door het zonlicht te benutten en technieken te gebruiken die een overschot creëren in de energiebalans. Dit resulteert in een betere productie en kwaliteit. En wanneer u overal in de kas dezelfde opstandigheden creëert. Leidt dit ook tot uniforme planten. Goed om te weten: iedere plant heeft een maximale verdampingssnelheid. Is er onvoldoende aanvoer van nieuw water, dan zullen de huidmondjes van de plant zich verder sluiten. Hierdoor stijgt de bladtemperatuur en kan deze boven de luchttemperatuur uitkomen. Dit zorgt ervoor dat de plant warmte afvoert, via het principe van convectieve energie. Met gesloten huidmondjes kan de plant minder CO2 opnemen, wat nodig is voor fotosynthese en verdere groei.
Dit alles betekent niet dat planten per definitie in een perfect klimaat moeten groeien. Een niet-optimaal klimaat heeft namelijk ook voordelen. Hierbij is sprake van een betere afharding van de planten, wat de houdbaarheid bij de consument bevordert. In de afzetketen en bij de consument in huis is immers ook niet altijd sprake van een optimaal klimaat.
Assimilaten
Assimilaten ontstaan in het fotosyntheseproces, waarbij water en CO2 - met behulp van energie (PAR-licht) - worden omgezet in suikers (assimilaten) en zuurstof. En dit zorgt dus voor groei van de plant. Hoe meer assimilaten worden geproduceerd, hoe hoger de planttemperatuur. Dit heeft weer effect op de temperatuur in de kas.
Om een optimale assimilatiebalans te creëren, is het vooral zaak om te zorgen voor een juiste verhouding tussen de parameters PAR-licht, CO2, luchtvochtigheid en temperatuur. Dit resulteert in een gezond en weerbaar gewas.
Voor meer informatie neemt u contact op met Peter Geelen via [email protected]