Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Bedrijven moeten zich voorbereiden op een wereld vol sancties"

De sancties tegen Rusland hebben grote economische gevolgen voor Europa en de kans dat ze spoedig worden opgeheven is klein. Daarnaast leiden wereldwijde politieke spanningen tot onduidelijkheid over de mate waarin Europa minder afhankelijk van het buitenland wil en kan worden. Hiervoor schetst ABN AMRO drie scenario’s.

Sinds de Koude Oorlog (1945 – 1989) hebben economische sancties een prominente plaats ingenomen in de internationale politiek. Juist omdat het aantal interstatelijke conflicten sinds die tijd is afgenomen, is het opvallend dat het aantal economische sancties bijna is verdrievoudigd. Dit wijst erop dat conflicten steeds vaker worden uitgevochten op economisch en politiek terrein.

Ondanks deze trend heeft de situatie in Oekraïne de westerse wereld laten zien dat militaire conflicten niet volledig zijn verdwenen. Ook gaat deze oorlog gepaard met grootschalige sancties tegen Rusland. En het einde hiervan is nog lang niet in zicht; eerder is het te verwachten dat de diverse sanctiepakketten worden verzwaard.

Naast sancties zijn handelsbeperkingen eveneens een middel om economische invloed uit te oefenen. Ook dit gebeurt in toenemende mate. Het is daarom belangrijk dat het Nederlandse en Europese bedrijfsleven zich voorbereidt op een periode waarin het te maken krijgt met de gevolgen van langdurige sancties en handelsbeperkingen.

In het stuk van ABN AMRO wordt daarom stilgestaan bij de directe gevolgen van de oorlog en de mogelijke gevolgen die dit heeft op internationale samenwerking en de wereldhandel in de toekomst.

Effect van Europese sancties
Als reactie op de oorlog in Oekraïne hebben de lidstaten van de Europese Unie (EU) zware sanctiepakketten opgesteld. Nooit eerder heeft een zo grote coalitie van staten, inclusief de Verenigde Staten (VS), zo ruimhartig economische en militaire middelen aan een ongebonden staat ter beschikking gesteld, zonder zelf militair in te grijpen.

De economische sanctiepakketten hebben onder meer geleid tot ontwrichting op de energie- en grondstoffenmarkten vanwege wegvallende leveringszekerheid van olie, gas en andere grondstoffen. Daarnaast zijn diverse afzet- en importmarkten deels of helemaal verloren gegaan, en worden westerse bedrijven gedwongen tot sluiting van vestigingen en productielocaties in Rusland.

Vooral het wegvallen van Russisch gas op de Europese markt heeft tot sterke prijsstijgingen geleid in 2022. Dit, in combinatie met de economische gevolgen van het Covid-herstel, is een van de hoofdoorzaken van de – naar verwachting nog langdurige – stevige inflatie in Europa.

Rusland poogt de gevolgen van de sancties te omzeilen, door samen te werken met landen buiten de coalitie waarmee het voorheen minder zaken deed. Dit heeft invloed op het Europese bedrijfsleven, dat wordt geconfronteerd met nieuwe vormen van concurrentie op de wereldmarkt, aangezien deze landen lagere energieprijzen kunnen afdwingen van onder andere Rusland.

Effect van de uitsluiting van Swift

Een van de zwaarste maatregelen die de EU in samenspraak met onder andere de VS heeft genomen, is de afkoppeling van Rusland van het betalingssysteem Swift. Deze maatregel maakt het banken en hun klanten min of meer onmogelijk om normaal betalingsverkeer met Rusland te onderhouden. Dit is eenmaal eerder gedaan, in 2012, toen Iran toegang tot het systeem werd ontzegd. Deze maatregel was destijds verrassend en had mede daardoor veel effect op de Iraanse economie.

Het verrassingseffect is in het geval van Rusland veel minder groot. De Russen hebben hun afhankelijkheid van Europese handel in termen van het bruto nationaal product teruggebracht van 22 procent in 2014 tot 14 procent in 2022. Daarnaast beschikt Rusland over grote financiële reserves, terwijl overigens ook niet alle Russische banken konden worden afgekoppeld, in verband met niet-gesanctioneerde gasleveranties aan een aantal lidstaten. Dit beperkt de impact van deze sanctie in vergelijking met die op Iran.

Exit-strategie niet mogelijk: paradigmaverschuiving

Voorlopig is er geen aanleiding voor het afbouwen van de sancties. De eerste sancties tegen Rusland werden al in 2014 ingevoerd, na de Russische annexatie van de Krim. Die zijn dus bijna tien jaar oud. De vraag is of en in welk tempo de EU de meest ingrijpende sancties zal laten varen indien Rusland en Oekraïne snel tot een vergelijk komen. De EU rolt tot dusver de sancties steeds met zes maanden door. Theoretisch zouden de sancties dus snel kunnen worden gestopt.

Net na het uitbreken van het conflict in 2022 schreef ABN AMRO over de gevolgen van sancties. Het Economisch Bureau van de bank voorspelde dat sancties zouden leiden tot een blijvende herschikking van de wereldhandel, waarbij afhankelijkheid van energie en andere grondstoffen uit Rusland geleidelijk zou worden teruggebracht en zou worden vervangen door import uit alternatieve regio’s. Meer dan een jaar later lijkt dit inderdaad het geval te zijn.

De Europese industrie doet er goed aan de situatie in overweging te nemen waarin een volledige vreedzame oplossing in Oost-Europa niet snel wordt bereikt. In dat geval blijven de sancties onverminderd van kracht en worden deze zelfs nog uitgebreid. Dit betekent verdere herijking van de Europese industriële ketens.

Gevolg voor globalisering: ontkoppeling?

Met de situatie in Oost-Europa in het achterhoofd is het mogelijk dat sancties niet tot Rusland beperkt blijven. Ze willen daarom ook ingaan op mogelijke scenario’s wanneer sancties zich tot andere landen uitbreiden. Dit kan leiden tot de-globalisering, in de wandelgangen ‘ontkoppeling’ genoemd. Naast multilaterale sancties – dat is: op EU-niveau – spelen hier unilaterale, soms specifieke, handelsbeperkingen een rol.

Amerika kiest al openlijk voor een gedeeltelijke ontkoppeling. Het land investeert in het terughalen van verschillende industrieën om minder afhankelijk te zijn van Azië. Gezien de Chinese export van bijvoorbeeld zeldzame metalen, is een volledige ontkoppeling niettemin lastig. Hoe de VS, met de EU in haar kielzog, met hun afhankelijkheid van noodzakelijke Chinese import om zullen gaan, staat te bezien.

De grafiek laat zien dat veel mondiale vervoersstromen zich juist hebben hersteld. Dit vond deels al plaats tijdens de Covid-periode, en zeker direct erna. Ook de prijzen van bijvoorbeeld containervervoer zijn fors omlaag gekomen na de piek vorig jaar. Het herstel werd vooral ingegeven door ruimhartig monetair beleid van centrale banken en genereuze financiële ondersteuning door overheden. Tegelijk hebben de forse prijsstijgingen die volgden op het snelle heropstarten van de economie geleid tot versneld herstel van enkele hardgeraakte sectoren zoals de scheepvaart.

Een belemmering voor het invoeren van eenzijdige handelsbeperkende, ontkoppelende, maatregelen, is de kans op tegenmaatregelen. ABN AMRO ziet hiervan nu vooral voorbeelden in de technologiesector. In deze sector blijken de handelsbelemmeringen die door het westen worden opgeworpen om export naar China van toonaangevende halfgeleiderproducten en gerelateerde machines tegen te gaan, na enige tijd te worden beantwoord. China beperkt vanaf 1 augustus 2023 de export van gallium en germanium; metalen dus, die van belang zijn in diezelfde westerse halfgeleiderindustrie.

Hieronder gaat de bank in op drie mogelijke scenario’s.

Scenario 1: Snelle, grootschalige ontkoppeling

In dit geval trekt Europa zich nadrukkelijk terug in de eigen regio op basis van centrale keuzes in Brussel of op basis van keuzes van individuele lidstaten. Doel is minder afhankelijk te worden van regio’s die politiek een andere koers varen. De impact hiervan is in de reële economie al zichtbaar, en leidt in bestuurskamers en in de politiek tot verdere maatregelen die leiden tot het in de eigen regio heropbouwen van industriële competenties, waarvoor nu een afhankelijkheid bestaat van – mogelijke – conflictgebieden.

De gevolgen van grootschalige ontkoppeling zullen zijn dat de Europese ‘costs of doing business’ stijgen. Bovendien moeten Europese bestuurders naast het veiligstellen van de Europese economie ook sociale oplossingen vinden die samenhangen met arbeidsaanbod, beperkte toegang tot basismaterialen, hogere prijzen en loonstijgingen. Eventuele tegenmaatregelen worden voor lief genomen en doen er eigenlijk niet toe.

Overigens leidt een dergelijk scenario ook tot lagere economische groei in landen als China, wat op zichzelf een keten aan reacties in gang kan zetten, zoals grootschalige saneringen en onrust aldaar.

Scenario 2: De-risking

Dit scenario lijkt sterk op de koers die de EU op dit moment vaart. De economische kosten zijn te hoog voor Europa om grootschalige ontkoppeling actief aan te jagen. Maar per industriële keten kan het zijn dat onshoring toch politiek gewenst is, leidend tot eenzijdige uni- of multilaterale handelsbeperkingen. Dat dit kan leiden tot (disproportionele) tegenmaatregelen, is eigenlijk ongewenst. Daarom gaat deze ambivalente opstelling samen met interne en externe politieke spanningen.

Scenario 3: Verdergaande globalisering

In dit geval zullen Europese beleidsmakers zoveel mogelijk inzetten op groei van de handel met de rest van de wereld, om de economische kosten van onder andere de sancties tegen Rusland te mitigeren. De bank ziet dat een aantal Europese landen, net als overigens China, hierop aansturen. In dit scenario wordt een eigen, onafhankelijke handelspolitiek gekozen door de individuele Europese lidstaten. Handelsbeperkende maatregelen worden vermeden, vanwege de negatieve effecten van tegenmaatregelen, de hogere kosten in de toeleveringsketen en het mogelijke verlies van afzetmarkten.

Conclusie: meer sancties en handelsbeperkingen te verwachten

De sancties tegen Rusland zullen niet snel worden ingetrokken. Het is daarom belangrijk dat de langdurige gevolgen hiervan goed worden begrepen. Deze sancties, waarvan onder andere de uitsluiting van Swift ook impact heeft op andere ongebonden landen, dienen namelijk als voorbeeld van sancties die in werking kunnen treden bij mogelijke toekomstige conflicten elders. Wereldleiders zullen alle gevolgen hiervan, inclusief de financiële nevenschade die dit in Europa zelf creëert, immers meenemen in hun analyse rond hun volgende stap.

Verschillende Europese leiders willen de kosten van de sancties tegen Rusland zoveel mogelijk mitigeren door het verleggen van de handelsstromen. Verdergaande globalisering kan hierbij helpen, maar niet op alle terreinen. De EU voert momenteel langzaam maar zeker nieuwe veiligheidsstructuren in, die verdere beperkingen op zullen leggen in wat er wel of niet mag worden in- en uitgevoerd. Dit gaat gepaard met druk van bondgenoten zoals de VS op de doorvoer van producten met Amerikaanse componenten erin en met mogelijke tegenmaatregelen.

"Wanneer we kijken naar hoe de wereldhandel zich sinds 2018 heeft ontwikkeld – inclusief de Covid-periode – dan is er nog geen reden om aan te nemen dat er op grote schaal ontkoppeling plaatsvindt. Dit ondanks het beleid in vooral de VS om zich los te maken van China.

Concreet voor het Europese en Nederlandse bedrijfsleven verwachten we dat de onzekerheid blijft, aangezien (gedeeltelijke) ontkoppeling dan wel de-risking stevig op de politieke agenda staat. Ook verwachten we dat voor een aantal waardeketens en specifieke producten die gebaseerd zijn op leidende technologie en innovatie, nieuwe handelsbelemmeringen zullen worden opgeworpen. Dit zal verstoring van bestaande handelsketens tot gevolg hebben, omdat dergelijke handelsbeperkende maatregelen niet onbeantwoord blijven."

Publicatiedatum: