Bijna een jaar geleden werd Richard Schouten benoemd als directeur GroentenFruit Huis. Na jarenlang gewerkt te hebben bij telersverenigingen, handelsbedrijven en besturen komt het werk nu samen bij de brancheorganisatie, waarbij zijn verantwoordelijkheid onder andere ligt op aangelegenheden die spelen in het begin van de afzetketen. In het Vakblad Primeur dat deze week verschijnt een interview over onder meer crisismanagement, milieucertificeringen, GMO en lobbywerk.

Je hebt GMO onder je hoede. Wat is de functie hiervan als steeds minder afzetorganisaties hier gebruik van maken?
Ik zeg altijd: GMO is een middel en geen doel. Maar met GMO geld – we hebben uitgerekend dat er door de loop der jaren 1,2 miljard euro is uitgekeerd - hebben we wel heel mooie dingen kunnen doen. Een aantal besturen van telersverenigingen heeft inderdaad de GMO-gelden in de wacht gezet of is er zelfs mee gestopt omdat ze het te lastig vonden om aan de erkenningseisen te voldoen. Voor veel verenigingen werken de GMO-regels verstikkend. Het is ook niet meer van deze tijd dat je als teler je niet met de prijs en je klant van je product mag bemoeien. Daarom lobbyen we in aanloop van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ook volop om deze erkenningseisen te verruimen. Het is echt ongelofelijk dat we dan vanuit Brussel en Den Haag voor de voeten geworpen krijgen dat we niet goed georganiseerd zouden zijn. Alsof dat afhankelijk is van het verkrijgen van GMO-geld! Maar liefst 95 procent van de afzetorganisaties is lid bij ons. We zijn perfect georganiseerd, alleen kiezen sommige leden ervoor om geen aanspraak te maken op GMO-geld.

Waar liggen de aandachtspunten bij de lobby bij de verschillende overheden?
Er komen een aantal dossiers op ons af. Zo zouden we graag weer een minister van landbouw en voedselvoorziening krijgen. Als tweede exporteur ter wereld zijn we dat aan onze stand verplicht. Nu mag de staatssecretaris zich weliswaar in Europa minister noemen, maar als er op vrijdag ministerraad is en de besluiten genomen worden, zit hij niet aan tafel. Europees gezien richten we ons vooral op de Brexit, die voor ons van grote invloed kan zijn omdat het Verenigd Koninkrijk een grote handelspartner is. Europa onderhandelt met het Verenigd Koninkrijk, maar we proberen natuurlijk wel onze invloed te laten gelden. Daarom zijn we deze maand met verschillende tuinbouwpartijen ook naar het Verenigd Koninkrijk geweest en in gesprek gegaan met de ambassade, de autoriteiten en het bedrijfsleven. Wat de effecten van de Brexit zijn, weet niemand. Het land is niet zelfvoorzienend en zal importproduct nodig blijven hebben. Voor de handelsbetrekkingen met Rusland geldt momenteel een status quo, wat ervoor zorgt dat die inspanningen momenteel nihil zijn.

In de AGF willen mensen zaken graag dezelfde dag nog regelen, is het frustrerend dat het in de politiek vaak langer duurt?
Mijn voorganger Hans van Es zei altijd: "Met lobbywerk verdoe je de helft van de tijd, maar je weet nooit welke helft.' Daar kan ik me wel in vinden. Gelijk hebben en gelijk krijgen zijn twee verschillende dingen. Natuurlijk merk ik bij sommige leden wel wat ongeduld, maar nooit onbegrip. Alles wat we doen, doen we ook voor en door onze leden.

schouten@groentenfruithuis.nl

Het hele interview lezen? Neem een abonnement op het Vakblad Primeur en wij sturen jullie het laatste nummer toe