Uien zijn gevoelig voor een virus dat bekend staat als het irisgeelvlekvirus (IYSV), dat ze oplopen via insecten die uientrips genoemd worden. IYSV veroorzaakt necrose in de weefsels van de uienplant en leidt elk jaar tot een verlies van miljoenen euro's.
Trips kunnen als larve het virus via geïnfecteerde uienplanten oplopen en zodra ze besmet zijn, kunnen ze het virus hun hele leven lang op andere uienplanten overdragen. Vorig onderzoek wees uit dat een infectie met plantenvirussen uit de categorie Tospovirus de levensduur en vruchtbaarheid van verschillende soorten bloementrips verhoogde.
Een team van de Amerikaanse Cornell University, dat geleid werd door Ashley Leach, vergeleek de levensduur en vruchtbaarheid van uientrips die geïnfecteerd waren met het virus en trips die dit niet waren.
Voor het experiment werden 149 trips gebruikt. De onderzoekers bepaalden of individuele diertjes besmet waren geraakt. Vorige studies hadden niet gedetermineerd of trips besmet werden met tospovirussen; door de infectiestatus te bepalen verkregen Leach en z'n team grotere statistieke waarden dan hun voorgangers.
Van de 149 geteste trips was 77% geïnfecteerd met IYSV. De onderzoekers toonden aan dat trips met IYSV gemiddeld 3,6 dalen (22%) langer leefden dan niet geïnfecteerde trips. Ze ontdekten geen significant verschil in vruchtbaarheid tussen geïnfecteerde en niet geïnfecteerde trips. De resultaten van de studie werden eind mei gepubliceerd in het Journal of Insect Science.
Bron: entomologytoday.org