De eerste uien van het nieuwe seizoen uit de vruchtbare Argentijnse regio Valle Inferior de Río Negro hebben reeds hun weg gevonden naar het buitenland. Het teeltareaal in de streek bedraagt bijna 2.000 hectare. De telers houden hun hart vast voor de prijzen en hun winstmarges vanwege de verschillende beperkingen die meerdere regeringen hebben opgelegd vanwege het coronavirus.
In het pakstation van de telersvereniging van Valle Inferior werken een twaalftal arbeiders, minder dan de helft van de 35 die er gewoonlijk aan de slag zijn in het seizoen. Van daaruit zijn al verschillende vrachtwagens vertrokken naar supermarkten en hypermarkten in Brazilië en Paraguay, zo laat Juan Vallejos weten, de technische adviseur van de vereniging. Hij vertelt dat de uien momenteel de deur uitgaan tegen een lage prijs, maar toch blijft hij optimistisch.
De productiekosten zijn gestegen als gevolg van de gezondheidscrisis, zo zegt Raúl Soria, een van de belangrijkste telers in Valle Inferior. "Door de toegenomen kosten voor handenarbeid en gewasbeschermingsmiddelen steeg de productiekost van 1.400 €/ha naar 2.100 €/ha."
Volgens Soria lagen de oogstkosten vóór de afkondiging van de lockdown op 180 €/ha à 195 €/ha. Toen waren er seizoensarbeiders uit het noorden aan de slag, maar door de beperkte bewegingsvrijheid moet er nu een beroep worden gedaan op lokale krachten en lopen de kosten op tot 420 €/ha.
“Het is moeilijk vat te krijgen op de markt en zicht te krijgen op de winstmarges. De eerste marge is voor de retailer, dan komt de opdrachtgever, dan het transportbedrijf en wat overblijft, is voor de teler."
Bron: Diario Río Negro / revistachacra.com.ar