Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Moeilijkheden in de uienteelt zorgen voor afname areaal

Op donderdag 30 juni zijn de areaalcijfers van het CBS gepubliceerd. De krimp, die ook werd verwacht, kwam uiteindelijk uit op 7,9 procent voor het totale areaal uien (36.515 ha), zo meldt De Groot en Slot. In het areaal zaaiuien is er een afname van 9,3 procent waarmee het areaal uitkomt op 27.318 hectare. Dat is een groot verschil met de uitbreiding van vorig jaar (11,3 procent).

Dat de teelt nu gekrompen is wijt De Groot en Slot onder andere aan toegenomen teeltkosten, kleiner middelenpakket, het meeldauwjaar in 2021, gestegen graanprijzen en de prijs van uien. Per regio is de mate waarin er krimp heeft plaatsgevonden verschillend. "We zijn blij met het vertrouwen dat er is in onze genetica en zijn hierdoor nagenoeg gelijk gebleven qua verkoop van het aantal eenheden. Priming is zelfs fors toegenomen en daar verwachten we de komende jaren nog een verdere doorgroei", zo schrijft het bedrijf.

"Het voorjaar maakte de opstart van de teelt niet makkelijk. Op veel plekken hebben buien gezorgd voor slemp en korstvorming, met als gevolg een (te) dunne plantenstand. Ook was het hier en daar alweer te droog waardoor het zaad niet voldoende vocht heeft gekregen voor een egale opkomst. De dunnere stand en tweewassigheid is op verschillende plekken in Nederland en België terug te zien. Percelen die later gezaaid zijn konden beter weg groeien en hebben in sommige gevallen zelfs eerder gezaaide percelen kunnen inhalen."

"Na een aantal buien te hebben gehad groeit het op de meeste percelen over het algemeen goed door. Op plekken waar minder neerslag is geweest zal de aandacht naar de vochttoestand moeten uitgaan. De langste dag is immers voorbij en de bolling vindt nu plaats. De aandacht zal de komende tijd ook moeten uitgaan naar bestrijding van trips en meeldauw. Met het warme weer van deze dagen en de eerste percelen graan die geoogst worden, is het voor trips een makkelijke periode om te vermeerderen en toe te slaan. De eerste meeldauw in zaaiuien is inmiddels ook gevonden en nu er curatief niet meer kan worden ingegrepen, is het belangrijk preventief in te zetten waar mogelijk en het gewas regelmatig te controleren."

"De eerste plantuien zijn gerooid, liggen gestreken, of zullen bijna aan de oogst toe zijn. Na het planten is het op veel plekken droog geweest en moest er beregend worden om de uien goed aan te laten slaan. Ook in de warme periodes van afgelopen tijd was beregenen soms nodig om het gewas de kilo’s te laten maken. Ondanks wordt er een redelijke opbrengst verwacht, maar dit zal de komende tijd nog moeten blijken."

Bron: De Groot en Slot

Publicatiedatum: