'Laat je niet verrassen!' Deze uitspraak is 100% van toepassing als het gaat om koprot, zo meldt Uireka. Een belangrijke preventieve maatregel om problemen met deze ziekte voor te zijn, is het tijdig starten met rooien aan het einde van het seizoen. Een goed startmoment is als 50-60% van het loof is afgestorven. Men dient een klaplengte van ongeveer een vuistdikte te hanteren. Een dergelijke klaplengte heeft géén significante invloed op het percentage koprot.
Preventieve maatregelen ná het rooien zijn verder:
- Houd na het rooien een zo kort mogelijke veldperiode aan.
- Droog de uien na binnenkomst direct in enkele dagen op circa 20°C. Gebruik kachels die de buitenlucht 5-8°C kunnen opwarmen. Temper in de beginperiode de kachels niet. Zolang de ui maximaal vocht afgeeft, wordt alle energie optimaal gebruikt.
- Als de RV van de uitgaande lucht daalt, warm dan de partij op, het liefst naar 30-32°C. Zet hiervoor de luiken op een kier, zodat er 10-20% buitenlucht wordt aangezogen. Er gaat dan weinig warmte verloren. Dit kost ongeveer één dag.
- Ventileer vervolgens dagelijks om de luchtvochtigheid van de partij in de nadroogfase laag te houden. Houd de uien daarbij ongeveer een week op 30-32°C tot ze droog zijn. Daarna mag de temperatuur elke dag gemiddeld 0,5°C dalen.
Bron: Uireka