Voor het negende jaar op rij beoordeelde het verkoopteam van De Groot en Slot de uienproeven die zij van de oogst 2022 hebben verzameld. De 300 monsters, afkomstig uit Nederland en België, zijn een aantal maanden in de bewaring geweest. Afgelopen week was het tijd voor de verwerking en beoordeling. "Dit is eerder dan andere jaren, maar omdat het moment van rassenkeuze steeds vroeger plaatsvindt willen we de resultaten graag op tijd met u bespreken", zo meldt De Groot en Slot.
Het doel van het beoordelen van deze proeven is om een zo goed mogelijk advies op maat te kunnen geven. Een advies dat specifiek voor de teler en het teeltdoel is. "Daarom vergelijken we de (nieuwe) rassen met elkaar. Hierbij zijn de verschillen tussen de rassen goed zichtbaar geworden. Binnenkort gaan de accountmanagers op pad om de cijfers en resultaten met de telers te bespreken."
Cijfers na het draaien
Na het sorteren van de proeven bleef er netto gemiddeld 59,8 ton per hectare over. Vorig jaar was dit 64,9 ton per hectare. Uit de proeven van De Groot en Slot blijkt vaak dat het aantal kilo’s veel hoger uitkomt dan de werkelijke uienopbrengst in Nederland. Het verkoopteam gaat ervan uit dat dit komt door de gemiddeld betere locaties binnen de percelen waar de proefrooiingen hebben plaatsgevonden. Percelen en proefvelden met een grote variatie in stand zijn niet meegenomen omdat deze niet representatief zijn om te kunnen vergelijken.
Het tarrapercentage van de 300 proeven is hoger dan vorig jaar en ligt rond de 8 procent. Dit verklaart het verkoopteam deels door het groeiseizoen met hogere (bodem) temperaturen waarbij fusarium meer voorkomt. Ook werden meer bacterie en scheurkonten in de monsters gevonden dan andere jaren.
Bron: De Groot en Slot