Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Strengere EU-regels gewasbescherming gaan glastuinbouw miljoenen kosten

Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen staat onder druk. De Europese Commissie wil er vanaf. Minister Adema van LNV heeft laten onderzoeken wat dit voor Nederlandse telers betekent en hoe zij hier tegenaan kijken. Uit het onderzoek komt onder meer de inschatting naar voren dat glastuinbouwbedrijven in Natura 2000-natuurgebieden 61,5 miljoen euro aan inkomsten mislopen.

Tijdig beschikbare alternatieven
In een brief aan de Tweede Kamer op 4 juli schrijft de landbouwminister dat de telers die gevraagd zijn allemaal aangeven inkomstenverlies te verwachten als gevolg van de reductiedoelstellingen voor chemische gewasbeschermingsmiddelen in het Europese voorstel.

Dit is gebaseerd op de aanname dat de reductiedoelstellingen leiden tot een afname van het aantal beschikbare gewasbeschermings-middelen en onvoldoende mogelijkheden overblijven om ziekten, plagen en onkruiden effectief te bestrijden. Daardoor kunnen oogst- en inkomstenverliezen optreden.

Deze inkomstenverliezen zijn niet gekwantificeerd. Wél geven de onderzoekers aan dat niet duidelijk is of de reductiedoelstellingen
op zichzelf economische gevolgen geven, omdat dit óók afhankelijk is van het tijdig beschikbaar zijn van alternatieve gewasbeschermings-praktijken, zoals nieuwe resistente rassen of toegelaten laagrisico middelen.

Inkomstenverlies
De onderzoekers wijzen erop dat, als de EU-plannen niet worden bijgesteld, er inkomstenverlies volgt door het verbod op het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen in gevoelige gebieden en bij oppervlaktewater en voor de zones van drie meter daaromheen. Dit speelt in de landbouw, waar 137 miljoen euro inkomstenverlies de inschatting is voor bedrijven binnen Natura 2000-gebieden, en 61,5 miljoen euro in de glastuinbouw. Omdat kassen dichtbij slootkanten liggen, zijn zij niet uitgezonderd van het verbod.

Regeldruk
De onderzoekers wijzen ook meer meer regeldruk door de verplichting om digitaal gegevens te registeren over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en over de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming. Adema zegt in te zetten op een beperking van de verplichting tot alleen gangbare en biologische agrarische ondernemers, zodat de verplichting niet zou gaan gelden voor gebruikers buiten de landbouw.

Kosten verplicht advies
Naast een hogere regeldruk gaan de onderzoekers ook uit van hogere kosten, bijvoorbeeld voor de verplichte onafhankelijke adviseur die telers in de hand moeten nemen. Ook hier wil Adema een beperking tot alleen gangbare en biologische agrarische ondernemers, en geen verplichting voor gebruikers buiten de landbouw.

Alleen voor land- en tuinbouw
Voor professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw lijkt de impact van het voorgestelde gebruiksverbod in gevoelige gebieden en bij oppervlaktewater volgens de onderzoekers beperkt. De minister schrijft aan de Kamer deze conclusie te delen. In Nederland geldt namelijk al een verbod op het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw, hoewel met enkele uitzonderingen voor situaties waarin het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen nog onvermijdelijk is, aldus de minister.

Hogere voedselprijzen
De onderzoekers wijzen ook op hogere kosten voor overheden en op hogere voedselprijzen. De onderzoekers verwachten dat burgers te maken krijgen met hogere kosten voor de aanschaf van voedsel, waardoor een daling optreedt in het besteedbaar inkomen van 0,1 tot 0,2%. Deze berekende bedragen betreffen mogelijk een
overschatting, stelt Adema. Hij zet er op in dat burgers duurzame
keuzes maken in de supermarkt en zij vaker kiezen voor bijvoorbeeld biologisch. "Mijn inschatting is dat de prijzen van gangbare landbouw en meer duurzamere landbouw (zoals biologisch) op termijn naar elkaar toe bewegen en het prijsverschil kleiner zal worden."

Het onderzoek is voor Adema geen reden de Nederlandse houding ten opzichte van de EU-plannen echt aan te passen, behoudens dan de hierboven genoemde beperking van verplichtingen tot de land- en tuinbouw, net als de advieseis.