Late percelen vragen veel zorg in de bewaring

In de praktijk zijn er nog al wat percelen uien die door een te late zaai of een keuze voor een later ras in dit specifieke jaar moeilijk tot strijken kwamen. Door de grote hoeveelheid regen op dat moment, en het nog niet volledig gesloten zijn van de nekken betekende dit vaak dat de ui “inregende”. Door dit probleem zijn er al late percelen ondergeploegd, en wanneer dergelijke percelen geoogst worden vragen deze partijen nu extra aandacht en zorg in de bewaring.

Zo is het van belang na inschuren direct te starten met drogen m.b.v. kachels, inblaastemperatuur maximaal 2 graden boven producttemperatuur, anders ontstaat condens in de box, en dat vraagt weer extra energie en tijd om weg te drogen.

Zorg dat de kachelcapaciteit groot genoeg is om ook ’s nachts volledig met buitenlucht te kunnen ventileren, zonder bijmenging van binnenlucht. Zorg ook dat de inblaastemperatuur niet boven de 21 graden komt, in verband met koprotrisico (optimale temperatuur koprot 25 graden), kans op kale uien en het te snel dichtstoken van de halzen. Dit geeft weer kans op watervellen, en kale uien!

Als het product tot bovenin een homogene temperatuur van 20 graden heeft bereikt en de uien ritselen, kan met nadrogen worden begonnen Houd de temperatuur van de uien dan ook gedurende een aantal weken op 20 graden door overdag indien mogelijk met buitenlucht te ventileren en ’s nachts met ondersteuning van kachels.

Bezuinig niet op ventilatie, je ventileert nooit te lang, maar wel snel te kort! Houd dit lang genoeg vol, totdat de halzen niet meer tussen de vingers rollen.

Bron: Nickerson-Zwaan