Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Importuien kunnen niet tippen aan de Nederlandse"

"In het laatste gedeelte van het seizoen 2017/2018 hadden we te maken met een overschot aan uien en kwamen niet veel kwaliteitsproblemen voor." Tot zover het goede nieuws uit het jaarverslag van het Kwaliteits-controle-bureau. Het nieuwe uienseizoen 2018/2019 dat na de zomer begon, gaf een totaal ander beeld. De oogstramingen waren al niet rooskleuring en uiteindelijk bleek na de oogst de totale opbrengst significant lager dan het seizoen ervoor. Dit had een enorme prijsstijging tot gevolg.

"Het gevolg is ook dat we al vroeg in het seizoen te maken kregen met import uien uit allerlei delen van de wereld. Echter kwalitatief kunnen deze uien niet tippen aan de Nederlandse", aldus het KCB. "Door het droge weer zien we weinig verwering op de Nederlandse uien en is de kleur prima. Wel zagen we wat problemen de kop opsteken als schot en fusarium. Dit laatste is vaak lastig te onderkennen, vooral in het beginstadium."

Bemonstering uien voor export
Een aantal derde landen heeft als eis dat uien vrij zijn van het stengelaaltje Ditylenchus dipsaci. Dit kan worden aangetoond door bemonstering van de voor export klaarstaande partij. Voor export van uien naar Indonesië is echter vereist dat de uien van een perceel afkomstig zijn dat vrij bevonden is van Ditylenchus dipsaci. De exporteurs geven vooraf aan welke percelen uien ze willen gaan gebruiken voor export naar Indonesië. Op deze percelen wordt een perceelbemonstering uitgevoerd. De hoeveelheid uien van de vrij bevonden percelen wordt in het ketenregister van e-CertNL opgenomen en kan worden gebruikt voor export naar Indonesië. De uien van deze percelen moeten apart worden opgeslagen. Een heel belangrijk punt bij de exportcontrole is of de betreffende uien inderdaad van percelen afkomstig zijn die geschikt zijn voor export naar Indonesië. In 2018 heeft het KCB steekproefsgewijs een aantal perceel- en opslagcontroles uitgevoerd op de traceerbaarheid van deze uien. Daarnaast vindt er altijd een exportinspectie plaats waarbij alleen uien in aanmerking komen uit het ketenregister.

In 2018 heeft de droogte ertoe geleid dat de opbrengst van bepaalde percelen gering was en de maat van de uien fijner was. Indonesië stelt ook als eis dat de uien boven de 50 mm moeten zijn. Van sommige bemonsterde percelen bleef hierdoor slechts een geringe hoeveelheid uien over die voldeed aan de eisen van Indonesië.

Om de traceerbaarheid van de uien beter te borgen is gestart met een project om de keten van perceel tot aan de export van uien beter te controleren. De NVWA, de sector en het KCB werken samen aan een erkenningsregeling waaraan exporteurs moeten voldoen, indien ze gebruik willen maken van percelen uien die bemonsterd zijn op Ditylenchus dipsaci. Mogelijk dat deze erkenning ook voor andere exportbestemmingen gebruikt kan gaan worden, waardoor een bemonstering van de zending bij export niet langer nodig is. Dit kan alleen indien tracering vanaf het perceel geborgd is.

Voor meer informatie:
KCB
Louis Pasteurlaan 6
2719 EE Zoetermeer
088 308 82 00
www.kcb.nl

Publicatiedatum: