Door de bijzondere start van het seizoen, zien we nu verschillen in de eindresultaten op de velden. Er is zowel zeer vroeg, vroeg, normaal en laat gezaaid dit jaar. Ook de weersomstandigheden kort na het zaaien hebben flinke invloed gehad op het eindresultaat. In vele gevallen viel er een flinke regenbui, gevolgd door droogte. Dit veroorzaakte korstvorming met plantreductie, waardoor op sommige velden tweewassigheid en een holle stand is ontstaan, constateert Hazera.
In april en mei is het zeer lang droog geweest. Hierdoor is het gewas in vele gebieden van Nederland niet voldoende ontwikkeld, behalve bij de telers die op tijd zijn gestart met beregening inclusief de 1e overbemesting, dat wil zeggen gestart 2e helft van mei en begin juni.
Het gehele teeltseizoen bleef beregening een aandachtspunt. Mede door de beregening en de groei lukte het goed om trips de baas te blijven met de middelen die we hebben.
Donderdag 25 juli was een slijtage slag voor de uien. Met plaatselijk meer dan 40 graden en veel wind was er een verdamping van gemiddeld 8 mm. Hierdoor zijn veel nekken leeg getrokken.
In het weekend erna zijn veel, vooral vroege percelen, gaan strijken. De week erop zijn ook de middelvroege rassen begonnen met strijken.
Graag waarschuwen wij u over het spuiten van MH. Omdat de uien veelal geheel plat liggen wordt 2x spuiten aanbevolen (heen en terug met veel water). De late rassen zullen nu ook stilaan moeten worden gespoten. Let goed op en raadpleeg uw gewasadviseur.
Opbrengsten
De plantuien zijn dit jaar grof, de kwaliteit is goed en de opbrengst is bovengemiddeld. De vroegste Rijnsburgers, welke vaak op contract worden geleverd, zullen op tijd klaar zijn. De verwachting is dat deze een ‘normale gemiddelde opbrengst’ zullen opleveren.
Verder verwachten wij dat de uitbreiding van de zaaiuien van dit jaar teniet gedaan zal worden door de lagere opbrengst per hectare en verwachten we ongeveer uit te komen op dezelfde hoeveelheid als 2017. Toen hadden we +/- 1,2 miljoen ton uien.
Bron: Hazera