Uien zaaien in compoststroken geeft snellere opkomst

Op het bedrijf van Peter de Regt zijn dit jaar uien gezaaid in een strook compost die met een speciale machine zijn aangelegd. Het doel van het zaaien van een gewas onder een laag compost is het vervroegen en versnellen van de opkomst en mogelijk het verkorten van het groeiseizoen. Naar verwachting heeft de strook compost een onderdrukkend effect op het onkruid. In het experiment zijn naast strokenzaai nog twee varianten (blanco en compost breedstrooi) toegepast. Tot half mei is de opkomst gevolgd en de kiemplanten geteld. Hieronder de eerste indrukken en waarnemingen.

Door de compost slechts in de rij toe te passen, is het totale compost gift van 7,5 ton per hectare relatief laag. De uien zijn gezaaid onder een laag compost van 2 centimeter. De uien in de stroken groep staan op vier rijen per bed (1.50m) en de uien in de blanco en breed strooi groep staan op vijf rijen per bed (1.50m). De zaaimachine voor de strokenzaai is speciaal hiervoor voor ontworpen. Voor het zaaien van de blanco en breed strooi groep is gebruik gemaakt van een reguliere uien zaaimachine.

Ondanks de droogte is de opkomst van de uien onder de stroken compost spoedig verlopen. Na 18 groeidagen zijn de eerste uien in de stroken groep opgekomen. De uien in de blanco groep en in de breed strooi groep zijn na 20 groeidagen opgekomen. De ontwikkeling en verdere opkomst van de uien onder de compost stroken is in de eerste instantie snel gegaan. Tot 23 groeidagen is de opkomst in de stroken groep hoger (tot 37%) dan in de blanco groep en de breed strooi groep. Hierna lopen de andere varianten uit ten opzichte van de strokenteelt, zie grafiek.

De reden voor de stagnatie in opkomst in de strokengroep is niet geheel duidelijk. Mogelijk is de losse grond onder de compost droger geweest en heeft het zaad te weinig vocht gehad voor een goede kieming. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de gebruikte herbicide door de compost heen het uien zaad heeft bereikt. Wel zorgt de compost voor een snellere kieming en opkomst in de beginperiode, maar het uiteindelijke opkomstpercentage is lager ten opzicht van de andere behandelingen. Ook de ontwikkeling van het onkruid is gevolgd, waarbij opvalt dat de onkruiddruk in alle drie de groepen tot nu toe gelijk is. In de compoststroken groep is geen lagere onkruiddruk waargenomen. Op dit moment (half mei) is alleen verschil waarneembaar in de stand van het gewas. De uien in de stroken groep zijn verder ontwikkeld maar ogen iets springerig. De uien in de blanco en breed strooi groep zijn meer gedrongen maar zijn een centimeter korter dan de uien in de stroken.

Gedurende het verdere teeltseizoen wordt het gewas nauwlettend in de gaten gehouden op ontwikkeling en stand. Tot slot wordt er bij de oogst een opbrengst bepaling gedaan.

Bron: Albert Jan Olijve, Projectleider Stichting Veldleeuwerik