"Uienvlieg houdt van luwte en zand"
Wat houdt uw werk in?
"Als projectleider onderhoud ik contacten met de opdrachtgevers, proefveldhouders en andere betrokkenen. Ook stuur ik de proefvelddienst en het aaltjeslab aan. Als coördinator projecten zorg je ervoor dat alles gladjes verloopt: gaat het goed? Zijn we niks vergeten? En: wat heeft prioriteit? Omdat je met buitenproeven te maken hebt, gaat het namelijk vaak net iets anders dan je verwacht.''
Wanneer geniet u het meest van uw werk?
"Op het moment dat proefvelddata verwerkt worden en de eerste resultaten wijzen op duidelijke verschillen. Met die kennis komen onze opdrachtgevers verder. Bijvoorbeeld bij de toelating van een nieuw middel. Dat is essentieel, want je ziet het aantal toegelaten gewasbeschermingsmiddelen behoorlijk teruglopen. Ik vind het mooi dat we op die manier een bijdrage leveren aan wat voor telers belangrijk is.''
Het areaal uien in Noord-Nederland groeit. Wat doet het HLB aan uien?
"Het gewas is hier in de omgeving nog klein, maar we krijgen wel meer vragen van telers, bijvoorbeeld over aaltjes. Voor De Groene Vlieg doen we proeven waarin we uitzoeken hoe een tripsplaag zich opbouwt in een uiengewas. We willen beter zicht krijgen op het effect van zaadcoating, de aanwezigheid van andere waardgewassen
en het inzetten van insecticiden op de ontwikkeling van de populatie. Verder ben ik betrokken bij het introduceren van de steriele mannetjestechniek tegen uienvlieg in Noord-Nederland.''
Nog even in het kort: hoe werkt de steriele mannetjestechniek ook alweer?
,,De Groene Vlieg kweekt uienvliegen op en maakt die onvruchtbaar met behulp van straling. Door een overmaat van deze steriele vliegen los te laten in uienpercelen, is de kans dat een wilde uienvlieg paart met een steriel mannetje veel groter dan dat zij paart met een wild exemplaar. De meeste eitjes komen hierdoor niet uit, waardoor de plaag onder de schadedrempel blijft. Door continu te blijven monitoren hoe de populatie zich ontwikkelt, bepalen we hoeveel steriele vliegen we moeten loslaten.''
Hoe zeker is de steriele mannetjestechniek?
"Het is een bewezen techniek, die al in de jaren '60 is ontwikkeld en die we al sinds de jaren '80 commercieel toepassen. Het is ook een belangrijke techniek want het aanbod van insecticiden is niet heel breed. Toch is het goed en prettig dat er middelen beschikbaar blijven. Heel af en toe moeten we namelijk corrigerend
ingrijpen, als de opbouw van een populatie uit de hand loopt. Voor honderd procent zekerheid zouden we namelijk zoveel vliegen moeten loslaten dat de techniek onbetaalbaar wordt. Ik vind het een prachtig voorbeeld van groene gewasbescherming, die zijn waarde bewezen heeft. Dit jaar gaan we landelijk zelfs
richting de 10.000 hectare.''
De uienteelt is in Noord-Nederland relatief klein en komt in de Veenkoloniën
nog maar net op. Hoe snel vormen uienvliegen een probleem?
,,Overal waar je begint met de teelt van uien, bouwt de plaag zich langzaam op, want de uienvlieg komt algemeen voor. Afgelopen jaar hebben we in Groningen en Friesland tellingen gedaan, om te kijken met welke begindruk we dit jaar rekening moeten houden. Daaruit blijkt dat de populaties niet onder doen voor die in andere uiengebieden. Er worden dan ook al sinds de jaren '90 uien geteeld. Ook hier in de
Veenkoloniën is het een kwestie van tijd. De condities voor de uienvlieg zijn hier gunstig, want hij houdt van luwte en zand.''
Kan iedere teler aanhaken?
"Nee, we doen dat gebiedsgewijs. Dat werkt beter en efficiënter. Het zou simpelweg te duur worden om de steriele insectentechniek direct aan iedere individuele uienteler aan te bieden. Wel starten we in meerdere gebieden tegelijk. Behalve in het Noorden, ook in Limburg en Zeeuws-Vlaanderen.''
Is het leuk om weer met de uienvlieg bezig te zijn?
"Ja, maar het is nu maar een klein onderdeel van mijn werk. Het HLB is heel breed, van precisielandbouw tot diagnostiek. Er gebeurt veel. Dat bevalt goed.''
Bron: Uien Koerier, Bayer CropScience