Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

De teelt van uien was vroeger zeer arbeidsintensief

Tholen - Uien werden tot ongeveer 1960 op kleine oppervlaktes geteeld, meestal op de wat lichtere gronden. De onkruidbestrijding die met handwerk gebeurde nam vele uren in beslag. De winterbewaring gebeurde in de 'uienren', die gemaakt werd met grote palen van ongeveer twee meter boven de grond en een meter breed. Aan de zijkanten werd vrij zwaar gaaswerk gespannen. De uien werden er langs boven ingestort en daarna kwam er een dak op van oude golfplaten, of werden afgedekt met stro of riet.



Nadat de uien met de hand uit de grond getrokken waren lagen ze een poos op het land om te drogen, voor ze in de ren gingen. In enkele rennen lag een vloer, maar de meesten uien lagen gewoon op de grond. Bij langdurige wintervorst bevroren ze wel, maar wanneer je ze liet ontdooien in rust herstelden ze zich weer. Na de bewaring werden de uien met de hand verkoopklaar gemaakt. Tijdens de bewaring werden de uien bedreigd door het zgn. koprot, een schimmelziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie die de uien aan de buitenkant aantast. Deze gewasziekte komt meestal tijdens het bewaren tot uiting.