Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Stabiel groeiseizoen voorkomt bacterieziek

Bacterie houdt van warmte en vocht

Bacteriën zijn overal. Of ze zich ontwikkelen tot ziekteverwekkers in de uien hangt van weer en teelt af. Een ui die gezond groeit, zal niet zomaar last van een bacterie krijgen, zegt teeltadviseur Erwin Boogaard van Agrifirm in het Uien Magazine van De Groot en Slot.

“Na een droog seizoen verwacht je een gezond product. Ziekte krijgt dan minder kans. Maar in 2018 is er ontzettend veel beregend en dat vormt een extra risico voor bacterieziektes in de uien.” Erwin Boogaard komt namens de coöperatie Agrifirm veel op bedrijven van uientelers. Daar ziet hij dat het zaak is het product goed in de gaten te houden. “Want het valt niet allemaal mee.”

“Op de uienziektenposter van De Groot en Slot staat dat je beter niet meer kunt beregenen als de uien aan het bollen zijn. Maar in een jaar dat alles anders ging dan normaal, hebben veel boeren dit toch gedaan, anders hadden ze nóg minder uien geoogst in 2018. Na intensief beregenen kan bacterieziek tot uiting komen in de bewaring.”

Ziektes kunnen de uien waardeloos maken en een partij verder besmetten. Sommige bacteriesoorten zorgen voor een compleet rotte bol, anderen tasten enkele rokken in de bol aan. Boogaard: “Een helemaal rotte ui kun je beter herkennen en er wat makkelijker uitgooien. Maar als er sprake is van interne aantasting wordt het een stuk lastiger om die uien eruit te halen.”

Warmte
Het wordt helemaal lastig als er naast bacterie ook schimmels in de partij zitten. Een remedie tegen de koprotschimmel is de partij uien naar 32 graden brengen en zo de schimmel onschadelijk maken, maar als er ook bacterie in een partij zit, dan is deze methode onverstandig. Weet een teler dus dat er bacterie in de partij zit, dan is drogen bij een temperatuur van 15 graden verstandiger. “Bacteriën gedijen bij 15 graden op zich ook prima, maar het rottingsproces van de ui gaat trager, waardoor je meer tijd hebt om het lekvocht van deze rotte uien weg te drogen. Als het vocht van een lekkende ui niet snel genoeg wordt afgevoerd, kan een gezonde ui die hieronder ligt ook geïnfecteerd worden. Dan is het probleem niet meer beheersbaar.” Boogaard raadt aan genoeg lucht te gebruiken. “Zet je de ventilator uit, dan ruikt het snel muf in de bewaring.”

Beter is het de ui tijdens de teelt al te behoeden voor bacterieziektes en hem ook zo droog mogelijk de bewaring in te krijgen. “De ideale omstandigheden voor bacteriegroei ontstaan na beschadiging met machines, een knagende haas of hagel. Als de teler dan beregent of als regen met bacteriën op verslempte grond in de uien spat, heb je sneller problemen.”

Het seizoen is voor de ontwikkeling van bacterieziektes bepalender dan het ras. “Rasinvloed bestaat volgens mij bijna niet. Het ene ras groeit wat weelderiger en is daardoor misschien wat gevoeliger, maar je kunt als teler meer bereiken met ziektepreventie als je zorgt voor een goede bodemstructuur en een goede vochthuishouding. Een ui die met minder stress groeit, heeft minder kans op bacterieziektes.”

Bereiden zaaibed
De juiste voorbereiding van het zaaibed blijft met het fijne uienzaad een compromis. Voor de opkomst is een fijn zaaibed goed, maar zodra de uien gekiemd zijn hebben ze behoefte aan zuurstof in de bodem en is een iets grover bed weer beter. “Meer zuurstof bij de wortels voorkomt veel ziek en zeer”, zegt Boogaard.

Als stikstof uit de bodem en uit meststoffen met pieken beschikbaar komt, ontstaan bij snelle groei van de ui zwakkere cellen in het loof. Daardoor kan de bacterie makkelijker in de pijpjes komen en ontwikkelt zich sneller een probleem. Boogaard werkt vaak samen met mensen van De Groot en Slot. “Telers vinden het prettig als we vanuit Agrifirm en de uienzaadfirma samen advies geven over het gewas.” Volgens Tom Langenberg, accountmanager van De Groot en Slot, is het ook oppassen met kunstmest strooien, want die korrels kunnen het loof beschadigen.

De bodem kan verschil maken voor de groei van de uien. Op voormalig grasland kan de ui heel snel groeien en daardoor kwetsbaarder zijn. Op zware klei treden bacterieproblemen minder op, terwijl op zand eerder beregening nodig is met daarbij komende risico’s op bacterieziek.

“Ken je partij uien en wat de risico’s op je bedrijf zijn of voor bepaalde percelen”, raadt Boogaard de telers aan. “Ja, wees kritisch op je eigen product”, vult Langenberg aan. Boogaard ziet graag dat telers van elke partij die ze inschuren monsters nemen om zo niet voor verrassingen te komen staan.


Heleen Bukman:‘Voorkomen dat bacterie schadelijk wordt’

Heleen Bukman werkt bij Bejo als plantenziektekundige. Ze omschrijft bacteriën die schadelijk kunnen worden in de uienteelt en –bewaring als ‘hoofdzakelijk goedaardige eencellige organismen’. “Ze vormen normaal gesproken een indringingsbarrière, net als de bacteriën die mensen op hun huid hebben. Er zijn nog veel vragen over wat een bacterie ziekteverwekkend maakt. Die goedaardige bacterie kan zich onder bepaalde omstandigheden tegen de ui gaan richten. Ze gaan meedoen aan de beschadiging van de uien, als er rot optreedt. We weten niet precies waardoor de bacterie ‘besluit’ dit te gaan doen.”

Bukman zegt dat afremmen van een bacterie kan, maar het omkeren van een bacterieziekte niet. Daarom is het in de teelt verstandig om te voorkomen dat bacteriën zich ziekmakend gaan gedragen. ”Dat kan het beste door een stabiel groeiseizoen na te streven, mechanische beschadiging te voorkomen en het niet te lang vochtig te laten zijn in het gewas. Ideaal is een groeiseizoen zonder pieken en dalen. Dat doe je door nutriënten fijn te doseren en daarbij rekening te houden met wat natuurlijk vrijkomt in de bodem. Snelle groei geeft een zachtere celwand en dus eerder beschadiging. In lang loof ontstaat een vochtiger microklimaat en het knakt ook gemakkelijk.”

Bukman zegt dat haar advies heel gemakkelijk klinkt, maar juist bijzonder veel vakmanschap van de telers vraagt. “Er is geen draaiboek voor een seizoen. De teler moet voortdurend met het gewas bezig blijven. Daarmee kun je winnen of verliezen door goed te kijken en luisteren naar het gewas en je gezond verstand te gebruiken. Bij twijfel is het goed een deskundige te raadplegen. Extra advies kan je verder helpen of onderstrepen wat je zelf dacht.”

Bacteriën zitten volgens Bukman overal. Ze overleven zelfs onder zuurstofloze omstandigheden op altijd aanwezig organisch materiaal. “Het is onmogelijk bacterievrij te telen. Met onderwaterzetting kom je er niet van af en je hebt ook goede bacteriën nodig. Zorg vooral dat ze zich niet tegen je keren. Bacterieziekten hangen meestal samen met andere problemen. Stabiele groei bij de teelt is belangrijk en je moet weten wat er in de schuur ligt,” aldus Heleen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: